Abbott Handerson Thayer, geboren op 12 augustus 1849 in Boston, Massachusetts, en overleden op 29 mei 1921 in Monadnock, New Hampshire, was een belangrijke Amerikaanse schilder. Zijn opleiding begon na zijn schooltijd in New York, waar hij de Brooklyn Art School en later de National Academy of Design bezocht. Hier studeerde hij onder de schilders H. D. Morse en Lemuel Everett Wilmarth. In deze periode trouwde hij met Kate Blöde, de dochter van Gustav Blöde.
Als jonge kunstenaar op 25-jarige leeftijd verhuisde Thayer in 1875 naar Parijs om verder te studeren aan de prestigieuze École des Beaux-Arts. Hij was drie jaar lang leerling van de beroemde kunstenaars Jean Leon Gerome en Henri Lehmann. Na zijn terugkeer naar de VS in 1879 vestigde Thayer zich in New York als freelance schilder. Aanvankelijk was zijn werk vooral gericht op landschaps- en dierenschilderijen, geïnspireerd door de School van Barbizon en de geschriften van de Amerikaanse filosoof Ralph Waldo Emerson. Na verloop van tijd veranderde Thayer echter in een veelgevraagd portrettist. Een van zijn vroegste portretten was "The sisters", een gevierd dubbelportret van Clara en Bessie Stillman.
Thayer werd in 1889 gekozen tot geassocieerd lid van de National Academy of Design in New York en in 1901 tot volwaardig lid. Net als zijn landgenoot Douglas Volk, die ook leerling was van Jean-Léon Gérôme, werd Thayer benoemd tot corresponderend lid van de Accademia di San Luca in Rome. In 1901 verhuisde Thayer met zijn gezin naar Dublin, New Hampshire. In deze landelijke afzondering woonde hij met zijn tweede vrouw, de bloemenschilderes Emma, en zijn kinderen: Gerald, later schrijver; Gladys, later miniatuurschilderes; en Mary, die vaak voor hem model stond. In deze periode correspondeerde Thayer uitgebreid met notabelen als Charles Lang Freer, Theodore Roosevelt en Mark Twain.
Samen met zijn zoon Gerald publiceerde Thayer in 1909 het boek Concealing Colouration in the Animal Kingdom: An Exposition of the Laws of Disguise Through Colour and Pattern. In dit werk zette hij theorieën uiteen over camouflage in het dierenrijk, waarvoor hij publiekelijk werd bekritiseerd door de voormalige Amerikaanse president Theodore Roosevelt. Niettemin zag Thayer in 1915 een manier om zijn theoretische ideeën in praktijk te brengen. Hij stelde voor onderzeeërs te camoufleren zoals vissen, bijvoorbeeld makrelen, en schepen wit te schilderen om ze "onzichtbaar" te maken. Hoewel zijn ideeën door de Admiraliteit in overweging werden genomen, werden ze, samen met de voorstellen van John Graham Kerr, afgedaan als "freak methods of painting ships ... van academisch belang maar niet van praktisch nut". Toch droegen zijn bevindingen bij aan de ontwikkeling van nieuwe camouflagemethoden, die vanaf de Eerste Wereldoorlog werden gebruikt onder de naam "Dazzle-camouflage".
Abbott Thayer stierf in Monadnock op 29 mei 1921 op 70-jarige leeftijd. Zijn artistieke nalatenschap is indrukwekkend en Thayer wordt beschouwd als een van de belangrijkste Amerikaanse schilders van zijn tijd. Zijn werken, of het nu landschappen, dierenschilderijen of portretten zijn, getuigen van zijn buitengewone talent en meesterlijke techniek. Ook zijn bijdragen aan de theorie van de camouflage en de toepassing ervan in de militaire praktijk zijn van groot belang. Hoewel hij in zijn eigen tijd niet altijd werd erkend, wordt hij nu erkend als een van de grote pioniers van de Amerikaanse kunstgeschiedenis.
Abbott Handerson Thayer, geboren op 12 augustus 1849 in Boston, Massachusetts, en overleden op 29 mei 1921 in Monadnock, New Hampshire, was een belangrijke Amerikaanse schilder. Zijn opleiding begon na zijn schooltijd in New York, waar hij de Brooklyn Art School en later de National Academy of Design bezocht. Hier studeerde hij onder de schilders H. D. Morse en Lemuel Everett Wilmarth. In deze periode trouwde hij met Kate Blöde, de dochter van Gustav Blöde.
Als jonge kunstenaar op 25-jarige leeftijd verhuisde Thayer in 1875 naar Parijs om verder te studeren aan de prestigieuze École des Beaux-Arts. Hij was drie jaar lang leerling van de beroemde kunstenaars Jean Leon Gerome en Henri Lehmann. Na zijn terugkeer naar de VS in 1879 vestigde Thayer zich in New York als freelance schilder. Aanvankelijk was zijn werk vooral gericht op landschaps- en dierenschilderijen, geïnspireerd door de School van Barbizon en de geschriften van de Amerikaanse filosoof Ralph Waldo Emerson. Na verloop van tijd veranderde Thayer echter in een veelgevraagd portrettist. Een van zijn vroegste portretten was "The sisters", een gevierd dubbelportret van Clara en Bessie Stillman.
Thayer werd in 1889 gekozen tot geassocieerd lid van de National Academy of Design in New York en in 1901 tot volwaardig lid. Net als zijn landgenoot Douglas Volk, die ook leerling was van Jean-Léon Gérôme, werd Thayer benoemd tot corresponderend lid van de Accademia di San Luca in Rome. In 1901 verhuisde Thayer met zijn gezin naar Dublin, New Hampshire. In deze landelijke afzondering woonde hij met zijn tweede vrouw, de bloemenschilderes Emma, en zijn kinderen: Gerald, later schrijver; Gladys, later miniatuurschilderes; en Mary, die vaak voor hem model stond. In deze periode correspondeerde Thayer uitgebreid met notabelen als Charles Lang Freer, Theodore Roosevelt en Mark Twain.
Samen met zijn zoon Gerald publiceerde Thayer in 1909 het boek Concealing Colouration in the Animal Kingdom: An Exposition of the Laws of Disguise Through Colour and Pattern. In dit werk zette hij theorieën uiteen over camouflage in het dierenrijk, waarvoor hij publiekelijk werd bekritiseerd door de voormalige Amerikaanse president Theodore Roosevelt. Niettemin zag Thayer in 1915 een manier om zijn theoretische ideeën in praktijk te brengen. Hij stelde voor onderzeeërs te camoufleren zoals vissen, bijvoorbeeld makrelen, en schepen wit te schilderen om ze "onzichtbaar" te maken. Hoewel zijn ideeën door de Admiraliteit in overweging werden genomen, werden ze, samen met de voorstellen van John Graham Kerr, afgedaan als "freak methods of painting ships ... van academisch belang maar niet van praktisch nut". Toch droegen zijn bevindingen bij aan de ontwikkeling van nieuwe camouflagemethoden, die vanaf de Eerste Wereldoorlog werden gebruikt onder de naam "Dazzle-camouflage".
Abbott Thayer stierf in Monadnock op 29 mei 1921 op 70-jarige leeftijd. Zijn artistieke nalatenschap is indrukwekkend en Thayer wordt beschouwd als een van de belangrijkste Amerikaanse schilders van zijn tijd. Zijn werken, of het nu landschappen, dierenschilderijen of portretten zijn, getuigen van zijn buitengewone talent en meesterlijke techniek. Ook zijn bijdragen aan de theorie van de camouflage en de toepassing ervan in de militaire praktijk zijn van groot belang. Hoewel hij in zijn eigen tijd niet altijd werd erkend, wordt hij nu erkend als een van de grote pioniers van de Amerikaanse kunstgeschiedenis.
Pagina 1 / 2