Albert Julius Olsson, geboren op 1 februari 1864 in Islington, Londen, combineerde in zijn leven de rollen van een gepassioneerd zeeman en een vermaard zeekunstenaar. Zijn ervaringen op zee, die hij opdeed tijdens zijn talrijke zomerexcursies met zijn jacht, gaven vorm aan zijn artistieke werk. Zo begreep hij als bijna niemand anders hoe hij de routes van de Isles of Scilly naar het Isle of Wight moest vertalen in indrukwekkende maritieme schilderijen.
Ondanks een formele artistieke opleiding die op zijn best als mager kan worden omschreven, werd Olsson al snel een steunpilaar van de St Ives School of artists. In de jaren van ongeveer 1890 tot 1912 gaf hij les naast Louis Grier en later Algernon Mayow Talmage en vormde hij een hele generatie kunstenaars, waaronder Mary McCrossan en Richard Hayley Lever. Zijn opmerkelijke bijdrage aan de kunst werd in 1890 erkend door de Royal Academy, die zijn werk voor het eerst accepteerde. De erkenning van zijn vaardigheden werd voortgezet toen hij in 1914 werd verkozen tot Associate Member van de Royal Academy en in 1920 volwaardig lid werd.
In St Ives creëerde Olsson een huis met zijn artistieke vrouw Kathleen, dat tot 2014 bekend stond als het St Eia Hotel. Gedurende hun tijd daar huisvestte het een kunstatelier en werd het een kunstschool. Terug in Londen trouwde Olsson in 1925 met Edith Ellison en maakte hij regelmatig schilderreizen naar Ierland en Zweden, die zijn werk een nieuwe impuls gaven.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd Olssons Londense atelier gebombardeerd. Hij stierf in Dalkey, bij Dublin, in 1942. Zijn artistieke nalatenschap leeft echter voort en zijn werken, waaronder veel prachtige maritieme kunstwerken, zijn te vinden in musea in het hele Verenigd Koninkrijk. Het zijn getuigenissen van een man die niet alleen de zee kon bevaren, maar ook de schoonheid en majesteit ervan wist vast te leggen op doek.
Albert Julius Olsson, geboren op 1 februari 1864 in Islington, Londen, combineerde in zijn leven de rollen van een gepassioneerd zeeman en een vermaard zeekunstenaar. Zijn ervaringen op zee, die hij opdeed tijdens zijn talrijke zomerexcursies met zijn jacht, gaven vorm aan zijn artistieke werk. Zo begreep hij als bijna niemand anders hoe hij de routes van de Isles of Scilly naar het Isle of Wight moest vertalen in indrukwekkende maritieme schilderijen.
Ondanks een formele artistieke opleiding die op zijn best als mager kan worden omschreven, werd Olsson al snel een steunpilaar van de St Ives School of artists. In de jaren van ongeveer 1890 tot 1912 gaf hij les naast Louis Grier en later Algernon Mayow Talmage en vormde hij een hele generatie kunstenaars, waaronder Mary McCrossan en Richard Hayley Lever. Zijn opmerkelijke bijdrage aan de kunst werd in 1890 erkend door de Royal Academy, die zijn werk voor het eerst accepteerde. De erkenning van zijn vaardigheden werd voortgezet toen hij in 1914 werd verkozen tot Associate Member van de Royal Academy en in 1920 volwaardig lid werd.
In St Ives creëerde Olsson een huis met zijn artistieke vrouw Kathleen, dat tot 2014 bekend stond als het St Eia Hotel. Gedurende hun tijd daar huisvestte het een kunstatelier en werd het een kunstschool. Terug in Londen trouwde Olsson in 1925 met Edith Ellison en maakte hij regelmatig schilderreizen naar Ierland en Zweden, die zijn werk een nieuwe impuls gaven.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd Olssons Londense atelier gebombardeerd. Hij stierf in Dalkey, bij Dublin, in 1942. Zijn artistieke nalatenschap leeft echter voort en zijn werken, waaronder veel prachtige maritieme kunstwerken, zijn te vinden in musea in het hele Verenigd Koninkrijk. Het zijn getuigenissen van een man die niet alleen de zee kon bevaren, maar ook de schoonheid en majesteit ervan wist vast te leggen op doek.
Pagina 1 / 1