De Engelse schilder Ambrose McEvoy leefde in de 19e eeuw, in de tijd van het impressionisme, het realisme en het expressionisme. Dit was een tijd van grote omwentelingen in de kunst. Er brak niet alleen een tijd aan waarin gevoelens en indrukken hun intrede deden in de kunst, maar er werd ook meer aandacht besteed aan de feitelijke stand van zaken in plaats van aan idealisering. Zijn familie onderkende zijn artistieke talent al vroeg en moedigde het aan door hem naar de Slade School of Fine Art in Londen te sturen. James McNeill Whistler, die bevriend was met de familie, was hier bijzonder mee begaan.
Tijdens McEvoy's opleiding werd hij sterk beïnvloed door Whistler, die beschouwd werd als een van de meest vernieuwende kunstenaars. Samen met de impressionist Augustus John en de portretschilder William Orpen vormde hij een kring van kunstenaars. Aanvankelijk concentreerde McEvoy zich vooral op landschappen in olieverf. Hij werd geïnspireerd door de vroege Italiaanse kunstenaars en de Engelse prerafaëlieten. Hij ging vaak naar de National Gallery en kopieerde tekeningen van Titiaan (ook Titiano Vecellio) en Diego Velázquez. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog begon hij zich toe te leggen op schetsmatige portrettekeningen in aquarel, waarvoor hij ook nu nog bekend is. Hij portretteerde vaak vrouwen uit de hogere klassen in het bijzonder. Hij werd beroemd door zijn portret van de Amerikaanse Maude Louise Baring. Nadat hij drie jaar in de Eerste Wereldoorlog had gediend, veranderden zijn motieven voor enige tijd. Hij tekende vooral belangrijke mariniers en soldaten. Deze portretten zijn geschonken aan het Imperial War Museum en het National Maritime Museum.
Ambrose McEvoy was een schilder die bekend stond om zijn temperament en ook om zijn onconventionele manier van werken in het atelier. Hij nodigde zijn modellen vaak uit in de avonduren. Daar was de stemming uitbundig. Hij tekende vooral graag op jazzmuziek. Hij was een van de eerste kunstenaars die gekleurde gloeilampen gebruikte, die nieuw waren in die tijd. Hij gebruikte vooral geel, blauw en groen, waardoor zijn portretten een buitengewone diepte kregen, die hij vastlegde. Tegelijkertijd kon hij er zelfs 's nachts mee tekenen. Een kunstenaar zei eens dat Ambrose McEvoy nooit hard leek te werken, maar een groot talent en een grote levenslust had. Hij was lid en tevens oprichter van verschillende tekengroepen. Onder hen was de New English Art Club, in wier galerijen hij vaak schilderijen van landschappen en interieurs tentoonstelde. Hij richtte het Nationaal Portret Genootschap op en werd later lid van het Internationale. Na dertig jaar raakten zijn portretten uit de mode en werd hij als "gewoon" beschouwd. Na zijn dood raakte hij snel in de vergetelheid, totdat zijn nazaat de schilderijen ter beschikking van het publiek stelde en ze zich weer in een groeiende populariteit mogen verheugen.
De Engelse schilder Ambrose McEvoy leefde in de 19e eeuw, in de tijd van het impressionisme, het realisme en het expressionisme. Dit was een tijd van grote omwentelingen in de kunst. Er brak niet alleen een tijd aan waarin gevoelens en indrukken hun intrede deden in de kunst, maar er werd ook meer aandacht besteed aan de feitelijke stand van zaken in plaats van aan idealisering. Zijn familie onderkende zijn artistieke talent al vroeg en moedigde het aan door hem naar de Slade School of Fine Art in Londen te sturen. James McNeill Whistler, die bevriend was met de familie, was hier bijzonder mee begaan.
Tijdens McEvoy's opleiding werd hij sterk beïnvloed door Whistler, die beschouwd werd als een van de meest vernieuwende kunstenaars. Samen met de impressionist Augustus John en de portretschilder William Orpen vormde hij een kring van kunstenaars. Aanvankelijk concentreerde McEvoy zich vooral op landschappen in olieverf. Hij werd geïnspireerd door de vroege Italiaanse kunstenaars en de Engelse prerafaëlieten. Hij ging vaak naar de National Gallery en kopieerde tekeningen van Titiaan (ook Titiano Vecellio) en Diego Velázquez. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog begon hij zich toe te leggen op schetsmatige portrettekeningen in aquarel, waarvoor hij ook nu nog bekend is. Hij portretteerde vaak vrouwen uit de hogere klassen in het bijzonder. Hij werd beroemd door zijn portret van de Amerikaanse Maude Louise Baring. Nadat hij drie jaar in de Eerste Wereldoorlog had gediend, veranderden zijn motieven voor enige tijd. Hij tekende vooral belangrijke mariniers en soldaten. Deze portretten zijn geschonken aan het Imperial War Museum en het National Maritime Museum.
Ambrose McEvoy was een schilder die bekend stond om zijn temperament en ook om zijn onconventionele manier van werken in het atelier. Hij nodigde zijn modellen vaak uit in de avonduren. Daar was de stemming uitbundig. Hij tekende vooral graag op jazzmuziek. Hij was een van de eerste kunstenaars die gekleurde gloeilampen gebruikte, die nieuw waren in die tijd. Hij gebruikte vooral geel, blauw en groen, waardoor zijn portretten een buitengewone diepte kregen, die hij vastlegde. Tegelijkertijd kon hij er zelfs 's nachts mee tekenen. Een kunstenaar zei eens dat Ambrose McEvoy nooit hard leek te werken, maar een groot talent en een grote levenslust had. Hij was lid en tevens oprichter van verschillende tekengroepen. Onder hen was de New English Art Club, in wier galerijen hij vaak schilderijen van landschappen en interieurs tentoonstelde. Hij richtte het Nationaal Portret Genootschap op en werd later lid van het Internationale. Na dertig jaar raakten zijn portretten uit de mode en werd hij als "gewoon" beschouwd. Na zijn dood raakte hij snel in de vergetelheid, totdat zijn nazaat de schilderijen ter beschikking van het publiek stelde en ze zich weer in een groeiende populariteit mogen verheugen.
Pagina 1 / 1