Pagina 1 / 7
De ontwikkeling van de kunst in Oostenrijk is nauw verbonden met de geschiedenis. De heerschappij van de Habsburgers markeert het begin van een gouden tijdperk van kunst en cultuur. De heersers van het huis waren liefhebbers van cultuur en vaak hartstochtelijke verzamelaars van Europese kunst. Tot dit keerpunt in de geschiedenis bleef de artistieke uitwisseling beperkt tot de buurlanden Duitsland en Zwitserland. Schilderkunst en beeldhouwkunst ontwikkelden zich dus grotendeels onafhankelijk van elkaar. Wat ongebruikelijk is voor de Europese kunstwereld is een groot aantal boek- en muurschilderingen. Tot in de Middeleeuwen waren dit de overheersende kunstvormen, voornamelijk beïnvloed door de Boheemse kunstontwikkeling.
De Habsburgers onderhielden een nauwe culturele uitwisseling in de Europese ruimte. Verbindingen met Spanje, Italië en de Donaulanden beïnvloedden de identiteit van de kunstenaars. Er was een samensmelting van verschillende invloeden, waaruit zich nieuwe stijlen en kunststromingen ontwikkelden. Een voorbeeld van deze ontwikkeling is de Oostenrijkse barok. Onder Leopold I was er een fusie van de Italiaanse hoogbarok met het Franse classicisme. De Habsburgse keizers gebruikten de resulterende weelderige pracht voor representatieve doeleinden. Leopold I, die niet was begiftigd met de toonbare genen van de familie, liet zich graag in weelderige pracht afbeelden, om zo de luister van zijn bewind te tonen. Leopold I legde aldus de grondslag voor een traditie die de volgende keizers en hun families lange tijd hebben gevolgd.
De schilderkunst onderging niet alleen tijdens de Habsburgse heerschappij verschillende tijdperken. Vanaf dat moment hadden schilderijen meer dan alleen een decoratieve waarde. Foto's werden gebruikt om bij de bevolking een indruk van de keizerlijke familie te wekken. Maria Theresia in het bijzonder was een meester in het overbrengen van de positieve karaktereigenschappen van haar familie. Maria Theresia presenteerde zich aan het publiek als een nuchtere en zorgzame moeder die zich graag liet portretteren in het gezelschap van haar gelukkige gezin. Ze gaf opdracht voor monumentale werken. Heroïsch ogende kroningsceremonies en gevechtsscènes met een grote bezetting. Schilderijen die als momentopnamen lijken en toch alleen met veel planning gerealiseerd konden worden. Naast het keizerlijke huis behoren de portretten van de grote Oostenrijkse kunstenaars tot de Oostenrijkse School. Franz Schubert met zijn prachtige instrument is een van de grote componisten van het land, samen met Wolfgang Amadeus Mozart. De Weense Academie wordt geassocieerd met een schilderij dat sterke banden heeft met het nationale heroïsme. Een schilderij dat veel internationale aandacht heeft gekregen. De Academie staat ook voor een sterke verbinding tussen theorie en praktijk. Schilders moeten ook geleerden zijn en kunst onderwijzen. Een principe dat zich uitstrekt van Art Nouveau tot moderne kunst.
De ontwikkeling van de kunst in Oostenrijk is nauw verbonden met de geschiedenis. De heerschappij van de Habsburgers markeert het begin van een gouden tijdperk van kunst en cultuur. De heersers van het huis waren liefhebbers van cultuur en vaak hartstochtelijke verzamelaars van Europese kunst. Tot dit keerpunt in de geschiedenis bleef de artistieke uitwisseling beperkt tot de buurlanden Duitsland en Zwitserland. Schilderkunst en beeldhouwkunst ontwikkelden zich dus grotendeels onafhankelijk van elkaar. Wat ongebruikelijk is voor de Europese kunstwereld is een groot aantal boek- en muurschilderingen. Tot in de Middeleeuwen waren dit de overheersende kunstvormen, voornamelijk beïnvloed door de Boheemse kunstontwikkeling.
De Habsburgers onderhielden een nauwe culturele uitwisseling in de Europese ruimte. Verbindingen met Spanje, Italië en de Donaulanden beïnvloedden de identiteit van de kunstenaars. Er was een samensmelting van verschillende invloeden, waaruit zich nieuwe stijlen en kunststromingen ontwikkelden. Een voorbeeld van deze ontwikkeling is de Oostenrijkse barok. Onder Leopold I was er een fusie van de Italiaanse hoogbarok met het Franse classicisme. De Habsburgse keizers gebruikten de resulterende weelderige pracht voor representatieve doeleinden. Leopold I, die niet was begiftigd met de toonbare genen van de familie, liet zich graag in weelderige pracht afbeelden, om zo de luister van zijn bewind te tonen. Leopold I legde aldus de grondslag voor een traditie die de volgende keizers en hun families lange tijd hebben gevolgd.
De schilderkunst onderging niet alleen tijdens de Habsburgse heerschappij verschillende tijdperken. Vanaf dat moment hadden schilderijen meer dan alleen een decoratieve waarde. Foto's werden gebruikt om bij de bevolking een indruk van de keizerlijke familie te wekken. Maria Theresia in het bijzonder was een meester in het overbrengen van de positieve karaktereigenschappen van haar familie. Maria Theresia presenteerde zich aan het publiek als een nuchtere en zorgzame moeder die zich graag liet portretteren in het gezelschap van haar gelukkige gezin. Ze gaf opdracht voor monumentale werken. Heroïsch ogende kroningsceremonies en gevechtsscènes met een grote bezetting. Schilderijen die als momentopnamen lijken en toch alleen met veel planning gerealiseerd konden worden. Naast het keizerlijke huis behoren de portretten van de grote Oostenrijkse kunstenaars tot de Oostenrijkse School. Franz Schubert met zijn prachtige instrument is een van de grote componisten van het land, samen met Wolfgang Amadeus Mozart. De Weense Academie wordt geassocieerd met een schilderij dat sterke banden heeft met het nationale heroïsme. Een schilderij dat veel internationale aandacht heeft gekregen. De Academie staat ook voor een sterke verbinding tussen theorie en praktijk. Schilders moeten ook geleerden zijn en kunst onderwijzen. Een principe dat zich uitstrekt van Art Nouveau tot moderne kunst.