Pagina 1 / 6
De weg van Charles Emile Jacques om schilder te worden was noch eenvoudig, noch klassiek. Zijn voorliefde voor tekenen was al op jonge leeftijd duidelijk, zodat hij op 17-jarige leeftijd begon met de opleiding tot steendrukker. Maar hij vond deze activiteit niet echt bevredigend. Terwijl anderen op zijn leeftijd de mogelijkheid hadden om in ateliers te leren of naar kunstscholen te gaan, was Jacques grotendeels autodidactisch. Zijn artistieke carrière werd niet alleen gehinderd door een gebrek aan uitgebreide opleiding, maar ook door de militaire dienstplicht die hij moest vervullen. Rijkere families konden hun zonen uit militaire dienst kopen. De familie Jacque had deze mogelijkheid echter niet. Dus Charles Emile moest zich voor zeven jaar vastleggen. In deze tijd maakte hij veel schetsen van het legerleven en verkocht hij kleinere tekeningen.
Jacque putte inspiratie en ervaring uit zijn tijd in het leger voor talloze illustraties en karikaturen, die hij voor verschillende Parijse tijdschriften produceerde. In de loop van zijn carrière gaf Jacque de boekillustratie op en concentreerde hij zich vanaf het midden van de jaren veertig op het maken van originele etsen, geïnspireerd door de Nederlandse meesters, met name Rembrandt, die deel uitmaakten van de bijdrage aan de heropleving van de Nederlandse kunst. Jacque was een van de eerste kunstenaars die de kunst van het etsen nieuw leven inblaast en werd gecrediteerd met enkele belangrijke technische vernieuwingen. Hij maakte al lang voor het begin van zijn carrière als schilder naam op dit gebied. In 1848 had hij bijna 350 etsen voltooid en tegen de tijd van zijn dood waren het er meer dan 500. Zijn ontwikkeling als schilder volgde uiteindelijk vanaf 1849 en ging gepaard met een nogal ongelukkige gebeurtenis. De uitbraak van cholera zorgde ervoor dat Jacque en zijn familie Parijs ontvluchtten. Zijn vriend Jean-Francois Millet vergezelde hem ook. Samen vestigden ze zich in Barbizon. Een regio die destijds gespaard leek te zijn van cholera.
Jacque werd lid van de Barbizon-school met Millet. Want in die tijd werd de plek een toevluchtsoord voor veel kunstenaars. Het landelijke, rustieke leven in Barbizon inspireerde Jacque tot vele landschaps- en dierschilderijen. Herders en hun schapen waren een bijzonder populair thema in zijn schilderijen. Maar hij schilderde ook veel andere boerderijdieren. De schilderijen van Jacque verschilden van die van andere kunstenaars uit Barbizon. Mensen werden nogal verwaarloosd in zijn werk. Hij concentreerde zich liever op de weergave van dieren, die werden gekenmerkt door een opmerkelijke aandacht voor detail. Vanaf ongeveer 1867 werd Jacque in heel Europa en Amerika steeds meer erkend als kunstenaar. Hij wilde zich meer aan de schilderkunst wijden en gaf de verkoop van zijn werken aan handelaren. De vraag was zo groot dat zijn schilderijen bijna nooit naar tentoonstellingen kwamen, maar direct na voltooiing werden verkocht. Jacque overleefde veel van zijn collega's van de Barbizon-school en werd een van de laatste vertegenwoordigers van deze beweging. Zijn zonen Émile en Frédéric Jacque traden in zijn voetsporen en werden ook etsers en landschapsschilders.
De weg van Charles Emile Jacques om schilder te worden was noch eenvoudig, noch klassiek. Zijn voorliefde voor tekenen was al op jonge leeftijd duidelijk, zodat hij op 17-jarige leeftijd begon met de opleiding tot steendrukker. Maar hij vond deze activiteit niet echt bevredigend. Terwijl anderen op zijn leeftijd de mogelijkheid hadden om in ateliers te leren of naar kunstscholen te gaan, was Jacques grotendeels autodidactisch. Zijn artistieke carrière werd niet alleen gehinderd door een gebrek aan uitgebreide opleiding, maar ook door de militaire dienstplicht die hij moest vervullen. Rijkere families konden hun zonen uit militaire dienst kopen. De familie Jacque had deze mogelijkheid echter niet. Dus Charles Emile moest zich voor zeven jaar vastleggen. In deze tijd maakte hij veel schetsen van het legerleven en verkocht hij kleinere tekeningen.
Jacque putte inspiratie en ervaring uit zijn tijd in het leger voor talloze illustraties en karikaturen, die hij voor verschillende Parijse tijdschriften produceerde. In de loop van zijn carrière gaf Jacque de boekillustratie op en concentreerde hij zich vanaf het midden van de jaren veertig op het maken van originele etsen, geïnspireerd door de Nederlandse meesters, met name Rembrandt, die deel uitmaakten van de bijdrage aan de heropleving van de Nederlandse kunst. Jacque was een van de eerste kunstenaars die de kunst van het etsen nieuw leven inblaast en werd gecrediteerd met enkele belangrijke technische vernieuwingen. Hij maakte al lang voor het begin van zijn carrière als schilder naam op dit gebied. In 1848 had hij bijna 350 etsen voltooid en tegen de tijd van zijn dood waren het er meer dan 500. Zijn ontwikkeling als schilder volgde uiteindelijk vanaf 1849 en ging gepaard met een nogal ongelukkige gebeurtenis. De uitbraak van cholera zorgde ervoor dat Jacque en zijn familie Parijs ontvluchtten. Zijn vriend Jean-Francois Millet vergezelde hem ook. Samen vestigden ze zich in Barbizon. Een regio die destijds gespaard leek te zijn van cholera.
Jacque werd lid van de Barbizon-school met Millet. Want in die tijd werd de plek een toevluchtsoord voor veel kunstenaars. Het landelijke, rustieke leven in Barbizon inspireerde Jacque tot vele landschaps- en dierschilderijen. Herders en hun schapen waren een bijzonder populair thema in zijn schilderijen. Maar hij schilderde ook veel andere boerderijdieren. De schilderijen van Jacque verschilden van die van andere kunstenaars uit Barbizon. Mensen werden nogal verwaarloosd in zijn werk. Hij concentreerde zich liever op de weergave van dieren, die werden gekenmerkt door een opmerkelijke aandacht voor detail. Vanaf ongeveer 1867 werd Jacque in heel Europa en Amerika steeds meer erkend als kunstenaar. Hij wilde zich meer aan de schilderkunst wijden en gaf de verkoop van zijn werken aan handelaren. De vraag was zo groot dat zijn schilderijen bijna nooit naar tentoonstellingen kwamen, maar direct na voltooiing werden verkocht. Jacque overleefde veel van zijn collega's van de Barbizon-school en werd een van de laatste vertegenwoordigers van deze beweging. Zijn zonen Émile en Frédéric Jacque traden in zijn voetsporen en werden ook etsers en landschapsschilders.