Pagina 1 / 1
Else Lasker-Schüler, die vooral als schrijfster bekend is, heeft zich eerst aan de tekenkunst gewijd, die zij haar leven lang heeft beoefend, voordat zij zich op de literatuur toelegde. Haar grafisch werk heeft een schetsmatige en contrasterende stijl, de combinatie van haar twee grote talenten, beeld en tekst, is duidelijk. In haar tekeningen integreerde zij vaak de titel van de afbeelding onderaan het beeld. Ze illustreerde veel van haar poëzieboeken zelf.
Reeds op jonge leeftijd werd de kunstenaar meerdere malen met de dood geconfronteerd. Haar lievelingsbroer Paul stierf toen ze 13 was, haar vader en geliefde moeder Jeanette kort daarna. Ze trouwde met de arts Berthold Lasker en ging naar Berlijn. Het eerste huwelijk werd na 9 jaar gescheiden, de vader van haar zoon Paul bleef onbekend. Kort na haar scheiding van Lasker, trouwde zij met de schrijver Georg Lewin (Herwart Walden), redacteur van het tijdschrift "Der Sturm". In Berlijn kwam zij in contact met de literaire scène, bewoog zich in kringen van avant-garde kunstenaars als Oskar Kokoschka, Peter Hille en Gottfried Benn en kon haar lyrisch werk in tijdschriften publiceren. Naarmate de politieke situatie in Duitsland verslechterde, kwam zij met haar expressionistische en avant-gardistische kunst echter in een steeds bedreigender situatie terecht. Toen haar enige zoon Paul - genoemd naar haar overleden broer - op 27-jarige leeftijd aan tuberculose overleed, bracht dit de kunstenares in een diepe crisis. Persoonlijke relaties en de vele verliezen die zij heeft geleden spelen een bijzondere rol in haar werk. Ook de verwijzing naar de politieke actualiteit is uit haar werken af te lezen. Tegelijkertijd kunnen sommige van haar werken gelezen worden als een soort vlucht uit de werkelijkheid in een kleurrijke, oriëntaalse wereld. Ondanks haar grillige leven bleef Lasker-Schüler een door levenslust gedreven persoon, die haar eigen mythe leefde, en een door en door avant-gardistische kunstenares.
Zij onderhield een poëtische briefwisseling met Franz Marc, die schreef onder het pseudoniem "Blauwe Ruiter", terwijl zij zelf verscheen als "Prins Jussuf van Thebe". Zij droomde dus een nieuwe biografie waarin zij als prins in Egypte was geboren. Deze kunstmatige gestalte, die zij ook in kostuum imiteerde, leverde haar soms hoon op en haar zelfbewuste voorkomen leidde tot een reputatie als een excentriekeling die niet serieus genomen kon worden. Haar hele leven werd ze gedreven door een verlangen naar het Oosten. Toen zij, een Duitse jodin en religieus kunstenares, door de politieke omstandigheden naar Zwitserland vluchtte, ondernam zij van daaruit reizen naar Palestina en haar plaats van verlangen, Jeruzalem. Omdat haar later een terugreis naar Zwitserland werd geweigerd, bleef zij in Jeruzalem, waar zij verarmd leefde maar connecties had met een scène van kunstenaars in ballingschap. Zij stierf in Jeruzalem in januari 1945 en maakte het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meer mee.
Else Lasker-Schüler, die vooral als schrijfster bekend is, heeft zich eerst aan de tekenkunst gewijd, die zij haar leven lang heeft beoefend, voordat zij zich op de literatuur toelegde. Haar grafisch werk heeft een schetsmatige en contrasterende stijl, de combinatie van haar twee grote talenten, beeld en tekst, is duidelijk. In haar tekeningen integreerde zij vaak de titel van de afbeelding onderaan het beeld. Ze illustreerde veel van haar poëzieboeken zelf.
Reeds op jonge leeftijd werd de kunstenaar meerdere malen met de dood geconfronteerd. Haar lievelingsbroer Paul stierf toen ze 13 was, haar vader en geliefde moeder Jeanette kort daarna. Ze trouwde met de arts Berthold Lasker en ging naar Berlijn. Het eerste huwelijk werd na 9 jaar gescheiden, de vader van haar zoon Paul bleef onbekend. Kort na haar scheiding van Lasker, trouwde zij met de schrijver Georg Lewin (Herwart Walden), redacteur van het tijdschrift "Der Sturm". In Berlijn kwam zij in contact met de literaire scène, bewoog zich in kringen van avant-garde kunstenaars als Oskar Kokoschka, Peter Hille en Gottfried Benn en kon haar lyrisch werk in tijdschriften publiceren. Naarmate de politieke situatie in Duitsland verslechterde, kwam zij met haar expressionistische en avant-gardistische kunst echter in een steeds bedreigender situatie terecht. Toen haar enige zoon Paul - genoemd naar haar overleden broer - op 27-jarige leeftijd aan tuberculose overleed, bracht dit de kunstenares in een diepe crisis. Persoonlijke relaties en de vele verliezen die zij heeft geleden spelen een bijzondere rol in haar werk. Ook de verwijzing naar de politieke actualiteit is uit haar werken af te lezen. Tegelijkertijd kunnen sommige van haar werken gelezen worden als een soort vlucht uit de werkelijkheid in een kleurrijke, oriëntaalse wereld. Ondanks haar grillige leven bleef Lasker-Schüler een door levenslust gedreven persoon, die haar eigen mythe leefde, en een door en door avant-gardistische kunstenares.
Zij onderhield een poëtische briefwisseling met Franz Marc, die schreef onder het pseudoniem "Blauwe Ruiter", terwijl zij zelf verscheen als "Prins Jussuf van Thebe". Zij droomde dus een nieuwe biografie waarin zij als prins in Egypte was geboren. Deze kunstmatige gestalte, die zij ook in kostuum imiteerde, leverde haar soms hoon op en haar zelfbewuste voorkomen leidde tot een reputatie als een excentriekeling die niet serieus genomen kon worden. Haar hele leven werd ze gedreven door een verlangen naar het Oosten. Toen zij, een Duitse jodin en religieus kunstenares, door de politieke omstandigheden naar Zwitserland vluchtte, ondernam zij van daaruit reizen naar Palestina en haar plaats van verlangen, Jeruzalem. Omdat haar later een terugreis naar Zwitserland werd geweigerd, bleef zij in Jeruzalem, waar zij verarmd leefde maar connecties had met een scène van kunstenaars in ballingschap. Zij stierf in Jeruzalem in januari 1945 en maakte het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meer mee.