Pagina 1 / 1
Francesco Primaticcio, geboren op 30 april 1504 in de levendige stad Bologna, wist al vroeg dat kunst zijn roeping was. Hij bewoog zich in de kringen van de beeldhouwers en architecten van zijn geboortestad en eigende zich hun technieken en kennis toe. Maar het was de schilderkunst die zijn hart veroverde en hem ertoe bracht te gaan studeren bij Giulio Romano, een leerling van Rafaël. In de zalen van het Palazzo del Te in Mantua, waar hij zijn vaardigheden aanscherpte, bloeide zijn kunst op.
In 1532 trok zijn werk de aandacht van de Franse koning Frans I, die een voorliefde had voor Italiaanse cultuur en kunst. De koning nodigde Primaticcio uit aan zijn hof in Fontainebleau, een uitnodiging die de jonge kunstenaar graag aannam. Samen met Rosso, een andere Italiaanse kunstenaar, werkte hij aan de decoratie van het koninklijk paleis en leverde hij een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de School van Fontainebleau, die een belangrijke rol speelde bij de verspreiding van het maniërisme in Frankrijk.
Na de dood van Rosso in 1540, die op dat moment de leiding had over de werken in Fontainebleau, kwam deze rol toe aan Primaticcio. Hij had net een reis naar Rome gemaakt om antiquiteiten te kopen en gipsafgietsels te maken van beroemde beelden die later in Fontainebleau opnieuw zouden worden gegoten. Bij zijn terugkeer nam hij zijn nieuwe taken op en zijn artistieke activiteit in Fontainebleau bereikte een hoogtepunt. Ondanks de verandering in de koninklijke voorkeuren met de toetreding van Hendrik II in 1547, die de voorkeur gaf aan andere kunstenaars en residenties, bleef Primaticcio actief in Fontainebleau. Hij vond nu ook tijd om voor particuliere opdrachtgevers te werken en maakte werken voor onder meer de invloedrijke familie Guise.
Na de dood van Hendrik II in 1559 keerde Primaticcio terug in dienst van het hof, ditmaal op uitnodiging van de weduwe-koningin Catharina de Medici. Hij werd opzichter van de koninklijke gebouwen en was dus verantwoordelijk voor het ontwerp en het onderhoud van de koninklijke paleizen. Francesco Primaticcio stierf in 1570 in Parijs, maar zijn artistieke nalatenschap leeft voort. Als medeoprichter van de School van Fontainebleau en een belangrijke vertegenwoordiger van het maniërisme heeft hij een onuitwisbare stempel gedrukt op de wereld van de kunst.
Francesco Primaticcio, geboren op 30 april 1504 in de levendige stad Bologna, wist al vroeg dat kunst zijn roeping was. Hij bewoog zich in de kringen van de beeldhouwers en architecten van zijn geboortestad en eigende zich hun technieken en kennis toe. Maar het was de schilderkunst die zijn hart veroverde en hem ertoe bracht te gaan studeren bij Giulio Romano, een leerling van Rafaël. In de zalen van het Palazzo del Te in Mantua, waar hij zijn vaardigheden aanscherpte, bloeide zijn kunst op.
In 1532 trok zijn werk de aandacht van de Franse koning Frans I, die een voorliefde had voor Italiaanse cultuur en kunst. De koning nodigde Primaticcio uit aan zijn hof in Fontainebleau, een uitnodiging die de jonge kunstenaar graag aannam. Samen met Rosso, een andere Italiaanse kunstenaar, werkte hij aan de decoratie van het koninklijk paleis en leverde hij een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de School van Fontainebleau, die een belangrijke rol speelde bij de verspreiding van het maniërisme in Frankrijk.
Na de dood van Rosso in 1540, die op dat moment de leiding had over de werken in Fontainebleau, kwam deze rol toe aan Primaticcio. Hij had net een reis naar Rome gemaakt om antiquiteiten te kopen en gipsafgietsels te maken van beroemde beelden die later in Fontainebleau opnieuw zouden worden gegoten. Bij zijn terugkeer nam hij zijn nieuwe taken op en zijn artistieke activiteit in Fontainebleau bereikte een hoogtepunt. Ondanks de verandering in de koninklijke voorkeuren met de toetreding van Hendrik II in 1547, die de voorkeur gaf aan andere kunstenaars en residenties, bleef Primaticcio actief in Fontainebleau. Hij vond nu ook tijd om voor particuliere opdrachtgevers te werken en maakte werken voor onder meer de invloedrijke familie Guise.
Na de dood van Hendrik II in 1559 keerde Primaticcio terug in dienst van het hof, ditmaal op uitnodiging van de weduwe-koningin Catharina de Medici. Hij werd opzichter van de koninklijke gebouwen en was dus verantwoordelijk voor het ontwerp en het onderhoud van de koninklijke paleizen. Francesco Primaticcio stierf in 1570 in Parijs, maar zijn artistieke nalatenschap leeft voort. Als medeoprichter van de School van Fontainebleau en een belangrijke vertegenwoordiger van het maniërisme heeft hij een onuitwisbare stempel gedrukt op de wereld van de kunst.