Pagina 1 / 2
Jakob Alt was een Duitse schilder, tekenaar en litograaf. Hij is geboren in Frankfurt am Main. In Frankfurt kreeg hij ook zijn eerste kunstlessen; zijn leermeesters waren Johann Friedrich Beer en zijn zoon Johann Peter Beer, die miniatuurschilder was. In 1810 ging Jakob Alt naar Wenen. Op dit punt zijn de biografen het er niet over eens of hij de historieschilderkunst aan de academie aldaar heeft gestudeerd, of dat hij, nadat hij snel een gezin had gesticht, met zijn hospita en latere vrouw moest werken aan een nieuwe uitgave van het Weense stadsgezicht ("Veduten") die in 1779 door Carl Schütz werd geproduceerd om het jonge gezin te voeden. Het staat echter vast dat hij bij dit werk betrokken was. Vervolgens kreeg Alt een eerste opdracht van de Weense uitgeverij Artaria om een serie gezichten op Oostenrijkse en naburige landschappen te produceren. Deze werken werden tussen 1813 en 1820 gepubliceerd en het lijkt erop dat Alt zichzelf in grote mate de nodige kennis van de landschapsschilderkunst heeft bijgebracht.
Vervolgens werkte Alt samen met zijn collega's Johann Christoph Erhard, Jakob Gauermann en Johann Adam Klein aan kleuretsen voor de collectie "Malerische Reise durch die schönsten Alpengegenden des österreichischen Kaiserstaates", die in 1822 werd voltooid. Daarna volgde de collectie "Donau - Gezichten van de oorsprong tot aan de uitstroom in de Zwarte Zee", die van 1822 tot 1826 is ontstaan en in totaal 264 litho's bevat. In 1823 begon hij tegelijkertijd te werken aan de "Excellent Views of the Imperial and Royal Salzkammergut". Dit werk, dat in 1833 werd voltooid, werd gecreëerd in samenwerking met zijn zoon Rudolf.
In de jaren daarna maakte Alt litho's van Verduten (stadsgezichten) van zijn zoon Rudolf en wijdde zich verder vooral aan de aquarellen. Vanaf 1833 produceerde Alt 170 van de in totaal 302 grote aquarellen voor de zogenaamde "Guckkasten" van de binnenkort Oostenrijkse keizer Ferdinand. De "Guckkasten" was een apparaat voor het bekijken van foto's die van achteren werden belicht; in zekere zin was het een vroege vorm van diakijker. Ferdinand was in 1830 als troonopvolger met dit project begonnen en het eindigde pas met zijn troonsafstand als keizer in 1849.
Jakob Alt stierf op 83-jarige leeftijd in Wenen.
Jakob Alt was een Duitse schilder, tekenaar en litograaf. Hij is geboren in Frankfurt am Main. In Frankfurt kreeg hij ook zijn eerste kunstlessen; zijn leermeesters waren Johann Friedrich Beer en zijn zoon Johann Peter Beer, die miniatuurschilder was. In 1810 ging Jakob Alt naar Wenen. Op dit punt zijn de biografen het er niet over eens of hij de historieschilderkunst aan de academie aldaar heeft gestudeerd, of dat hij, nadat hij snel een gezin had gesticht, met zijn hospita en latere vrouw moest werken aan een nieuwe uitgave van het Weense stadsgezicht ("Veduten") die in 1779 door Carl Schütz werd geproduceerd om het jonge gezin te voeden. Het staat echter vast dat hij bij dit werk betrokken was. Vervolgens kreeg Alt een eerste opdracht van de Weense uitgeverij Artaria om een serie gezichten op Oostenrijkse en naburige landschappen te produceren. Deze werken werden tussen 1813 en 1820 gepubliceerd en het lijkt erop dat Alt zichzelf in grote mate de nodige kennis van de landschapsschilderkunst heeft bijgebracht.
Vervolgens werkte Alt samen met zijn collega's Johann Christoph Erhard, Jakob Gauermann en Johann Adam Klein aan kleuretsen voor de collectie "Malerische Reise durch die schönsten Alpengegenden des österreichischen Kaiserstaates", die in 1822 werd voltooid. Daarna volgde de collectie "Donau - Gezichten van de oorsprong tot aan de uitstroom in de Zwarte Zee", die van 1822 tot 1826 is ontstaan en in totaal 264 litho's bevat. In 1823 begon hij tegelijkertijd te werken aan de "Excellent Views of the Imperial and Royal Salzkammergut". Dit werk, dat in 1833 werd voltooid, werd gecreëerd in samenwerking met zijn zoon Rudolf.
In de jaren daarna maakte Alt litho's van Verduten (stadsgezichten) van zijn zoon Rudolf en wijdde zich verder vooral aan de aquarellen. Vanaf 1833 produceerde Alt 170 van de in totaal 302 grote aquarellen voor de zogenaamde "Guckkasten" van de binnenkort Oostenrijkse keizer Ferdinand. De "Guckkasten" was een apparaat voor het bekijken van foto's die van achteren werden belicht; in zekere zin was het een vroege vorm van diakijker. Ferdinand was in 1830 als troonopvolger met dit project begonnen en het eindigde pas met zijn troonsafstand als keizer in 1849.
Jakob Alt stierf op 83-jarige leeftijd in Wenen.