Pagina 1 / 3
James Duffield Harding was een van de beroemdste Britse landschapsschilders van zijn tijd. Zijn echte talent lag echter in de lithografie en het maken van tekenboeken. Als zoon van een meestertekenaar is hij met dit talent geboren. Zijn lot lag echter in het onderwijzen en uitvinden. Zijn gebruik van geverfd papier en dekkende verf heeft veel schilders van zijn tijd beïnvloed. Op 13-jarige leeftijd exposeerde hij al twee van zijn tekeningen op de Koninklijke Academie. Dit was in die tijd een zeer hoge onderscheiding. Na een jaar in de leer te zijn geweest bij de graveur Charles Pye, besloot hij bij het aquarelleren te blijven. Op 18-jarige leeftijd kreeg hij de zilveren medaille voor zijn werk van de Society of Arts. Daarna exposeerde hij bij de Society of Watercolour Painters.
Duffield Harding's talent lag in het uitvinden, zelfs het zijne. Hij vond zichzelf altijd opnieuw uit. Dus stapte hij over op olieverfschilderijen en exposeerde hij opnieuw op de Koninklijke Academie. Hij was bijzonder overtuigend in het onderwijs. Duffield Harding was een van de populairste leraren van zijn tijd. Duffield Harding ontwikkelde zijn eigen lesmateriaal voor zijn leerlingen. Zijn handleidingen van de schilderkunst zijn tegenwoordig gewilde veilingartikelen. Toen de lithografie in Groot-Brittannië bekend werd, was hij een van de eersten die er gebruik van maakte. Gefascineerd door deze techniek heeft hij deze verder ontwikkeld en er groot succes mee gevierd. Hij gebruikte het vooral om bomen tussen twee stenen te bedrukken. Zijn serie van vijftig platen, waarvoor hij deze methode gebruikte, werd in 1836 met groot succes gepubliceerd. In plaats van een potlood gebruikte hij een penseel en vond zo zijn eigen manier van lithografie uit, die hij "lithotint" noemde. Winsor en Newton publiceerden veel van zijn werken over zijn uitvindingen. Het lesmateriaal van Duffield Harding was niet alleen erg populair bij amateurs, maar ook bij professionele schilders. Winsor en Newton verkochten zelfs potloden onder de naam Duffield Harding. De Winsor-handleidingen werden wereldberoemd en legden op een levendige manier uit hoe je met krijt of potlood kunt tekenen. Zijn tekenmodellen en hun gebruik werden de belichaming van het lesmateriaal voor het tekenen. Hij was ook een briljant zakenman.
Duffield Hardings was een meester in de uitvinding en een van de beste leraren van zijn tijd. Zijn succes lag in het feit dat hij zich altijd op nieuwe gebieden richtte en openstond voor nieuwe dingen. Hij was blij om zijn kennis door te geven. Een van zijn sterke punten was dat hij altijd aan verbeteringen werkte. Hoewel hij steeds weer probeerde te worden toegelaten tot de Koninklijke Academie en tentoongesteld, is hij daar nooit in geslaagd. Een van zijn bijzondere gaven was om te herkennen wanneer het tijd was om "verder te gaan". Daarom gaf hij deze onderneming na enige tijd op en werd hij weer lid van de Society of Watercolour Painters. Hij is het typische voorbeeld van hoe wanneer de ene deur sluit, de andere opent.
James Duffield Harding was een van de beroemdste Britse landschapsschilders van zijn tijd. Zijn echte talent lag echter in de lithografie en het maken van tekenboeken. Als zoon van een meestertekenaar is hij met dit talent geboren. Zijn lot lag echter in het onderwijzen en uitvinden. Zijn gebruik van geverfd papier en dekkende verf heeft veel schilders van zijn tijd beïnvloed. Op 13-jarige leeftijd exposeerde hij al twee van zijn tekeningen op de Koninklijke Academie. Dit was in die tijd een zeer hoge onderscheiding. Na een jaar in de leer te zijn geweest bij de graveur Charles Pye, besloot hij bij het aquarelleren te blijven. Op 18-jarige leeftijd kreeg hij de zilveren medaille voor zijn werk van de Society of Arts. Daarna exposeerde hij bij de Society of Watercolour Painters.
Duffield Harding's talent lag in het uitvinden, zelfs het zijne. Hij vond zichzelf altijd opnieuw uit. Dus stapte hij over op olieverfschilderijen en exposeerde hij opnieuw op de Koninklijke Academie. Hij was bijzonder overtuigend in het onderwijs. Duffield Harding was een van de populairste leraren van zijn tijd. Duffield Harding ontwikkelde zijn eigen lesmateriaal voor zijn leerlingen. Zijn handleidingen van de schilderkunst zijn tegenwoordig gewilde veilingartikelen. Toen de lithografie in Groot-Brittannië bekend werd, was hij een van de eersten die er gebruik van maakte. Gefascineerd door deze techniek heeft hij deze verder ontwikkeld en er groot succes mee gevierd. Hij gebruikte het vooral om bomen tussen twee stenen te bedrukken. Zijn serie van vijftig platen, waarvoor hij deze methode gebruikte, werd in 1836 met groot succes gepubliceerd. In plaats van een potlood gebruikte hij een penseel en vond zo zijn eigen manier van lithografie uit, die hij "lithotint" noemde. Winsor en Newton publiceerden veel van zijn werken over zijn uitvindingen. Het lesmateriaal van Duffield Harding was niet alleen erg populair bij amateurs, maar ook bij professionele schilders. Winsor en Newton verkochten zelfs potloden onder de naam Duffield Harding. De Winsor-handleidingen werden wereldberoemd en legden op een levendige manier uit hoe je met krijt of potlood kunt tekenen. Zijn tekenmodellen en hun gebruik werden de belichaming van het lesmateriaal voor het tekenen. Hij was ook een briljant zakenman.
Duffield Hardings was een meester in de uitvinding en een van de beste leraren van zijn tijd. Zijn succes lag in het feit dat hij zich altijd op nieuwe gebieden richtte en openstond voor nieuwe dingen. Hij was blij om zijn kennis door te geven. Een van zijn sterke punten was dat hij altijd aan verbeteringen werkte. Hoewel hij steeds weer probeerde te worden toegelaten tot de Koninklijke Academie en tentoongesteld, is hij daar nooit in geslaagd. Een van zijn bijzondere gaven was om te herkennen wanneer het tijd was om "verder te gaan". Daarom gaf hij deze onderneming na enige tijd op en werd hij weer lid van de Society of Watercolour Painters. Hij is het typische voorbeeld van hoe wanneer de ene deur sluit, de andere opent.