Jean-Antoine Watteau is geboren in Valenciennes, in het noorden van Frankrijk. Tijdens zijn jeugd en adolescentie wordt de kunstenaar beschreven als zeer teruggetrokken, redenen hiervoor kunnen zijn: de oorlogszuchtigheid van zijn vader, het geweld en het frequente drinken. Hij had ook al op jonge leeftijd last van consumptie. Ook zijn artistieke roeping was al vroeg duidelijk. Op tienjarige leeftijd studeerde hij bij Jacques-Albert Gérin, een schilder die in Valenciennes hoog aangeschreven stond.
In Parijs ontmoette hij Vlaamse kunstenaars en maakte hij de eindjes aan elkaar knopen door kopieën te maken van religieuze schilderijen, waaronder die van de Nederlandse kunstenaar Gérard Dou. Watteau maakte kennis met de decorbouwer Claude Gillot, vooral zijn werk als binnenhuisarchitect voor theaters wekte zijn enthousiasme voor de theaterscene, voor de mythologie en voor het chique leven. De samenwerking was kort en Watteau stapte over naar een andere decoratieschilder, Claude Audran III, voor wie hij wanddecoraties maakte. In 1709 vroeg hij een beurs aan voor de Prix de Rome, maar kwam pas op de tweede plaats. Hij solliciteerde ook bij de Parijse Academie, maar werd pas jaren later geaccepteerd, omdat zijn toelatingsfoto ("Embarkation to Kythera") zo lang op zich liet wachten. Kort voor zijn dood schilderde Watteau een van zijn grootste werken, "The Shop Sign of the Art Dealer Edme Gersaint", dat vandaag de dag in Berlijn te zien is in Paleis Charlottenburg. Het schilderij is bedoeld als een advertentie voor een kunstwinkel en toont klanten en verkopers in hun dagelijkse verkoopactiviteiten. Watteau heeft in zijn leven nooit rijke mecenassen gehad, zijn kopers waren meestal middenklasse. De gezondheidstoestand van Antoine Watteau is ook rampzalig. In Londen bezoekt hij een van de meest gerespecteerde artsen van die tijd en bewonderaar van zijn werk, maar de situatie verbetert niet. Enkele maanden na zijn terugkeer in Parijs sterft hij op 36 jarige leeftijd, vermoedelijk aan tuberculose. Op zijn sterfbed zou Watteau, met een penseel in de hand, schilderijen in de lucht hebben getekend.
Ondanks zijn korte leven heeft hij een aanzienlijke invloed op de kunst kunnen uitoefenen; hij wordt beschouwd als de uitvinder van het picturale genre van de "Fete galante". Kenmerkend zijn idyllische, landelijke taferelen en theatraliteit, vaak richtte hij zich op Italiaanse komedie en ballet. Door deze stijl beïnvloedde hij niet alleen de schilderkunst, maar ook de sierkunst, evenals de poëzie, de muziek en natuurlijk het theater - veel meer dan andere scheppers van de 18e eeuw. Zelfs een jurkvorm is 'opgedragen' aan hem, omdat die zo kenmerkend was voor zijn schilderijen, dat de schouders van de jurk in grote plooien naar beneden moeten vallen. Na zijn dood bleef zijn invloed behouden, maar in Engeland tijdens het regentschap en pas later in Frankrijk en Rusland. In de 20e eeuw herleefde Watteau, er ontstonden verenigingen die zich op hem toelegden en er werden tentoonstellingen gehouden in Parijs, Berlijn en de Verenigde Staten. Het Watteau Centrum bestaat sinds 2000 in zijn woonplaats.
Jean-Antoine Watteau is geboren in Valenciennes, in het noorden van Frankrijk. Tijdens zijn jeugd en adolescentie wordt de kunstenaar beschreven als zeer teruggetrokken, redenen hiervoor kunnen zijn: de oorlogszuchtigheid van zijn vader, het geweld en het frequente drinken. Hij had ook al op jonge leeftijd last van consumptie. Ook zijn artistieke roeping was al vroeg duidelijk. Op tienjarige leeftijd studeerde hij bij Jacques-Albert Gérin, een schilder die in Valenciennes hoog aangeschreven stond.
In Parijs ontmoette hij Vlaamse kunstenaars en maakte hij de eindjes aan elkaar knopen door kopieën te maken van religieuze schilderijen, waaronder die van de Nederlandse kunstenaar Gérard Dou. Watteau maakte kennis met de decorbouwer Claude Gillot, vooral zijn werk als binnenhuisarchitect voor theaters wekte zijn enthousiasme voor de theaterscene, voor de mythologie en voor het chique leven. De samenwerking was kort en Watteau stapte over naar een andere decoratieschilder, Claude Audran III, voor wie hij wanddecoraties maakte. In 1709 vroeg hij een beurs aan voor de Prix de Rome, maar kwam pas op de tweede plaats. Hij solliciteerde ook bij de Parijse Academie, maar werd pas jaren later geaccepteerd, omdat zijn toelatingsfoto ("Embarkation to Kythera") zo lang op zich liet wachten. Kort voor zijn dood schilderde Watteau een van zijn grootste werken, "The Shop Sign of the Art Dealer Edme Gersaint", dat vandaag de dag in Berlijn te zien is in Paleis Charlottenburg. Het schilderij is bedoeld als een advertentie voor een kunstwinkel en toont klanten en verkopers in hun dagelijkse verkoopactiviteiten. Watteau heeft in zijn leven nooit rijke mecenassen gehad, zijn kopers waren meestal middenklasse. De gezondheidstoestand van Antoine Watteau is ook rampzalig. In Londen bezoekt hij een van de meest gerespecteerde artsen van die tijd en bewonderaar van zijn werk, maar de situatie verbetert niet. Enkele maanden na zijn terugkeer in Parijs sterft hij op 36 jarige leeftijd, vermoedelijk aan tuberculose. Op zijn sterfbed zou Watteau, met een penseel in de hand, schilderijen in de lucht hebben getekend.
Ondanks zijn korte leven heeft hij een aanzienlijke invloed op de kunst kunnen uitoefenen; hij wordt beschouwd als de uitvinder van het picturale genre van de "Fete galante". Kenmerkend zijn idyllische, landelijke taferelen en theatraliteit, vaak richtte hij zich op Italiaanse komedie en ballet. Door deze stijl beïnvloedde hij niet alleen de schilderkunst, maar ook de sierkunst, evenals de poëzie, de muziek en natuurlijk het theater - veel meer dan andere scheppers van de 18e eeuw. Zelfs een jurkvorm is 'opgedragen' aan hem, omdat die zo kenmerkend was voor zijn schilderijen, dat de schouders van de jurk in grote plooien naar beneden moeten vallen. Na zijn dood bleef zijn invloed behouden, maar in Engeland tijdens het regentschap en pas later in Frankrijk en Rusland. In de 20e eeuw herleefde Watteau, er ontstonden verenigingen die zich op hem toelegden en er werden tentoonstellingen gehouden in Parijs, Berlijn en de Verenigde Staten. Het Watteau Centrum bestaat sinds 2000 in zijn woonplaats.
Pagina 1 / 5