Britse kunst in de 17e eeuw lijkt onopvallend en kleurloos. Het lijkt alsof de schilders in deze periode een periode van rust nodig hadden in termen van artistieke ontwikkeling. Met de eeuwwisseling komt er een sprankeling in de Europese kunstwereld, waarvan zelfs de schilders van het eilandenrijk de stralen niet kunnen ontgaan. Frankrijk en Duitsland zwelgen in de pracht van het rococo en genieten van de nieuwe speelsheid. Thomas Gainsborough betoverde de Engelse samenleving met charmante portretten en lichtgevende landschappen. Gainsborough was een pionier in de bloei van de Engelse schilderkunst en werd de inspiratiebron voor de volgende generatie kunstenaars, waaronder Julius Caesar Ibbetson. Ibbetson wijdde zich aan het schilderen van landschappen, die hij vaak voorzag van een uitgesproken rijke figuratieve bezetting. Zijn onderwerpen weerspiegelen het dagelijks leven met dezelfde aandacht voor detail als de schilder illustere bezigheden vastlegde. Julius schilderde het reilen en zeilen van een wasdag aan de rivier met dezelfde intensiteit als waarmee hij de buit van de smokkelaars op het Isle of Wight benaderde. Ibbetson maakte olieverfschilderijen in aquarel die de aandacht trokken van hedendaagse kunstenaars vanwege hun delicaatheid en getrouwheid aan de lijn.
Julius Ibbetson was een schilder die een breed artistiek spectrum bediende. Hij volgde een opleiding bij een zeeschilder en toonde al op jonge leeftijd dat hij zijn werkzaamheden met uitzonderlijke grondigheid verrichtte. Naast het schilderen, wijdde Julius zich aan het schrijven. Zijn eerste publicaties waren handleidingen over schilderen. Ibbetson's teksten vallen op door hun hoge amusementswaarde. Vloeiend proza overheerst ook de correspondentie die de kunstenaar voerde met zijn opdrachtgevers. Ibbetson onderscheidde zich van zijn vaak norse tijdgenoten door zijn opgewekte houding, en hij werd een gewaardeerd en welkom lid van de Britse kunstscène. Zijn werken dienden al spoedig als model voor romanillustraties. Een kunstvorm waarin Ibbetson zich verdiepte en die hij aan zijn portfolio toevoegde naast het schilderen van landschappen en portretten.
Aan het eind van de 18e eeuw keek de kunstwereld koortsachtig uit naar een zeer bijzondere gebeurtenis. De eerste tentoonstelling van hedendaagse kunst werd in 1769 geopend door de Royal Academy of Arts. Tijdens het jaarlijkse evenement werden de werken van de leden van de Academie in de zomertentoonstelling getoond. Bovendien mochten onafhankelijke kunstenaars die onder de welwillende invloed van de Vereniging stonden, exposeren. Honderden schilderijen hingen dicht bij elkaar aan de muren van het pand en trokken zowel verzamelaars en mecenassen als het geïnteresseerde publiek aan. Julius Ibbetson presenteerde hier elk jaar zijn werken en legde contacten met klanten. Heel wat opdrachten betroffen reizen, en Julius nam de indrukken van vreemde werelden in zich op met dezelfde intensiteit waarmee hij schilderde. Hij vergezelde de Britse ambassadeur naar Peking en wijdde zich zowel aan de dieren- en plantenwereld aldaar als aan de industrieel getekende landschappen in Wales. De kunstenaar heeft nooit zijn tweede naam gebruikt, die hij, volgens autobiografische verklaringen, kreeg door een keizersnede.
Britse kunst in de 17e eeuw lijkt onopvallend en kleurloos. Het lijkt alsof de schilders in deze periode een periode van rust nodig hadden in termen van artistieke ontwikkeling. Met de eeuwwisseling komt er een sprankeling in de Europese kunstwereld, waarvan zelfs de schilders van het eilandenrijk de stralen niet kunnen ontgaan. Frankrijk en Duitsland zwelgen in de pracht van het rococo en genieten van de nieuwe speelsheid. Thomas Gainsborough betoverde de Engelse samenleving met charmante portretten en lichtgevende landschappen. Gainsborough was een pionier in de bloei van de Engelse schilderkunst en werd de inspiratiebron voor de volgende generatie kunstenaars, waaronder Julius Caesar Ibbetson. Ibbetson wijdde zich aan het schilderen van landschappen, die hij vaak voorzag van een uitgesproken rijke figuratieve bezetting. Zijn onderwerpen weerspiegelen het dagelijks leven met dezelfde aandacht voor detail als de schilder illustere bezigheden vastlegde. Julius schilderde het reilen en zeilen van een wasdag aan de rivier met dezelfde intensiteit als waarmee hij de buit van de smokkelaars op het Isle of Wight benaderde. Ibbetson maakte olieverfschilderijen in aquarel die de aandacht trokken van hedendaagse kunstenaars vanwege hun delicaatheid en getrouwheid aan de lijn.
Julius Ibbetson was een schilder die een breed artistiek spectrum bediende. Hij volgde een opleiding bij een zeeschilder en toonde al op jonge leeftijd dat hij zijn werkzaamheden met uitzonderlijke grondigheid verrichtte. Naast het schilderen, wijdde Julius zich aan het schrijven. Zijn eerste publicaties waren handleidingen over schilderen. Ibbetson's teksten vallen op door hun hoge amusementswaarde. Vloeiend proza overheerst ook de correspondentie die de kunstenaar voerde met zijn opdrachtgevers. Ibbetson onderscheidde zich van zijn vaak norse tijdgenoten door zijn opgewekte houding, en hij werd een gewaardeerd en welkom lid van de Britse kunstscène. Zijn werken dienden al spoedig als model voor romanillustraties. Een kunstvorm waarin Ibbetson zich verdiepte en die hij aan zijn portfolio toevoegde naast het schilderen van landschappen en portretten.
Aan het eind van de 18e eeuw keek de kunstwereld koortsachtig uit naar een zeer bijzondere gebeurtenis. De eerste tentoonstelling van hedendaagse kunst werd in 1769 geopend door de Royal Academy of Arts. Tijdens het jaarlijkse evenement werden de werken van de leden van de Academie in de zomertentoonstelling getoond. Bovendien mochten onafhankelijke kunstenaars die onder de welwillende invloed van de Vereniging stonden, exposeren. Honderden schilderijen hingen dicht bij elkaar aan de muren van het pand en trokken zowel verzamelaars en mecenassen als het geïnteresseerde publiek aan. Julius Ibbetson presenteerde hier elk jaar zijn werken en legde contacten met klanten. Heel wat opdrachten betroffen reizen, en Julius nam de indrukken van vreemde werelden in zich op met dezelfde intensiteit waarmee hij schilderde. Hij vergezelde de Britse ambassadeur naar Peking en wijdde zich zowel aan de dieren- en plantenwereld aldaar als aan de industrieel getekende landschappen in Wales. De kunstenaar heeft nooit zijn tweede naam gebruikt, die hij, volgens autobiografische verklaringen, kreeg door een keizersnede.
Pagina 1 / 2