De Russische schilderes Marianne von Werefkin was een uitmuntende figuur van het Duitse expressionisme. Ze kwam uit een Russische adellijke familie en werd op 29 augustus 1860 geboren als Marianna Vladimirovna Werefkina in Tula. Haar artistieke talent werd al op jonge leeftijd aangemoedigd en ze kreeg op veertienjarige leeftijd academische tekenlessen. In St. Petersburg volgde ze privélessen bij Repin. Tijdens de jacht schiet ze per ongeluk door haar rechterhand. Door hardnekkig te oefenen slaagt ze erin om weer met haar rechterhand te schilderen. Ze beheerst de realistische schilderkunst zo perfect dat ze "Russian Rembrandt" wordt genoemd. In 1891 ontmoette ze de schilder Alexej von Jawlensky. Vijf jaar later verhuisde ze met hem mee naar München.
In de Beierse hoofdstad initieert ze een salon waar de bohemienachtige scene van München samenkomt. Ze richt ook de Lukasbruderschaft op, de kern van de "Neue Künstlervereinigung München" en de "Blauer Reiter". Na de geboorte van haar zoon wordt de crisis tussen Jawlensky en Marianne von Werefkin steeds erger. Ze reist meerdere malen naar Frankrijk met haar zoon. Nadat ze weer is begonnen met schilderen, werkt ze vaak in Murnau met Jawlensky, Kandinsky en Gabriele Münter. Samen met Jawlensky, Oscar Wittenstein en Adolf Erbslöh richtte zij de "Neue Künstlervereinigung München" op, waarvan Kandinsky binnenkort voorzitter wordt.
In 1907 maakte Werefkin zijn eerste expressionistische schilderijen, geïnspireerd op Vincent van Gogh, Paul Gauguin en Henri de Toulouse Lautrec. Dit leverde haar de bijnaam "De Française" op. In termen van motieven en iconologie leent ze vaak uit de werken van Edvard Munch. Werefkin en Jawlensky namen met de groep "Der Blaue Reiter" deel aan een tentoonstelling in de galerie "Der Sturm" in Berlijn in 1913. Samen met Jawlensky verhuisde Werefkin in 1914 naar Zwitserland, waar ze na enkele verhuizingen in Ascona terechtkwamen. Jawlensky scheidt in 1921 van Werefkin. Ze verdiende haar brood met het schilderen van ansichtkaarten en posters en het schrijven van artikelen, onder andere voor de Neue Zürcher Zeitung.
De schilderijen van haar late werk lijken niet meer zo schokkend. Ze worden raadselachtiger en narratiever. Typische Russische kenmerken in de kleurstelling worden nu heel duidelijk. In februari 1938 stierf Werefkin in Ascona, waar ze volgens Russisch-orthodoxe riten werd begraven. Het grootste deel van haar landgoed bevindt zich in de Fondazione Marianne Werefkin in Ascona.
De Russische schilderes Marianne von Werefkin was een uitmuntende figuur van het Duitse expressionisme. Ze kwam uit een Russische adellijke familie en werd op 29 augustus 1860 geboren als Marianna Vladimirovna Werefkina in Tula. Haar artistieke talent werd al op jonge leeftijd aangemoedigd en ze kreeg op veertienjarige leeftijd academische tekenlessen. In St. Petersburg volgde ze privélessen bij Repin. Tijdens de jacht schiet ze per ongeluk door haar rechterhand. Door hardnekkig te oefenen slaagt ze erin om weer met haar rechterhand te schilderen. Ze beheerst de realistische schilderkunst zo perfect dat ze "Russian Rembrandt" wordt genoemd. In 1891 ontmoette ze de schilder Alexej von Jawlensky. Vijf jaar later verhuisde ze met hem mee naar München.
In de Beierse hoofdstad initieert ze een salon waar de bohemienachtige scene van München samenkomt. Ze richt ook de Lukasbruderschaft op, de kern van de "Neue Künstlervereinigung München" en de "Blauer Reiter". Na de geboorte van haar zoon wordt de crisis tussen Jawlensky en Marianne von Werefkin steeds erger. Ze reist meerdere malen naar Frankrijk met haar zoon. Nadat ze weer is begonnen met schilderen, werkt ze vaak in Murnau met Jawlensky, Kandinsky en Gabriele Münter. Samen met Jawlensky, Oscar Wittenstein en Adolf Erbslöh richtte zij de "Neue Künstlervereinigung München" op, waarvan Kandinsky binnenkort voorzitter wordt.
In 1907 maakte Werefkin zijn eerste expressionistische schilderijen, geïnspireerd op Vincent van Gogh, Paul Gauguin en Henri de Toulouse Lautrec. Dit leverde haar de bijnaam "De Française" op. In termen van motieven en iconologie leent ze vaak uit de werken van Edvard Munch. Werefkin en Jawlensky namen met de groep "Der Blaue Reiter" deel aan een tentoonstelling in de galerie "Der Sturm" in Berlijn in 1913. Samen met Jawlensky verhuisde Werefkin in 1914 naar Zwitserland, waar ze na enkele verhuizingen in Ascona terechtkwamen. Jawlensky scheidt in 1921 van Werefkin. Ze verdiende haar brood met het schilderen van ansichtkaarten en posters en het schrijven van artikelen, onder andere voor de Neue Zürcher Zeitung.
De schilderijen van haar late werk lijken niet meer zo schokkend. Ze worden raadselachtiger en narratiever. Typische Russische kenmerken in de kleurstelling worden nu heel duidelijk. In februari 1938 stierf Werefkin in Ascona, waar ze volgens Russisch-orthodoxe riten werd begraven. Het grootste deel van haar landgoed bevindt zich in de Fondazione Marianne Werefkin in Ascona.
Pagina 1 / 2