Een ijzige donkere winterstorm buldert over het land en met hem aan de hemel een onhandelbare sombere mythologische horde ruiters, vroeger gewapend met pijl en boog of dolken, op weg die vrouwen aan hun haren meesleuren. Toen Peter Nicolai Arbo's "Åsgårdsreien" ("Odin's Wilde Jacht") in 1872 in Kopenhagen werd getoond, behoorde het schilderij, net als Arbo zelf, niet bepaald tot de avant-garde en de kunstcritici waren niet echt verrukt. En toch werd het kunstwerk beroemd.
Noorwegen als onafhankelijke staat bestond nog niet eens toen Peter Nicolai Arbo (1831 - 1892) leefde. Na eeuwenlang tot Denemarken te hebben behoord, had de Deense koning het land in 1814 aan Zweden afgestaan, een zeer impopulaire zet in de Noorse delen van het land. Arbo, die aan de Kunstacademie van Düsseldorf studeerde en lange tijd in Parijs woonde, beeldde vaak scènes uit de zogenaamde Noords-Germaanse mythologie af en raakte met zijn schilderijen de tijdgeest. Net als de schilderijen van Noorse landschappen en "typisch Noorse" scènes (genreschilderkunst), speelde de weergave en verheerlijking van heidense, Noord-Europese mythologie in de 19e eeuw een belangrijke rol bij het creëren van een duidelijk Noors nationaal gevoel - overigens net als de ontwikkeling van een aparte taal, want Noors bestond toen nog niet als taal en werd pas in de loop van de 19e eeuw gecreëerd door de nadruk op dialecten die typisch waren voor het land en de opname van oude Noorse teksten, waaronder oude Noorse saga's en sprookjes. De idealisering van het legendarische verleden en het zoeken naar en ontwikkelen van een identiteitsvormende gemeenschap - de natie - waren typerend voor de "Noorse nationale romantiek", waarvan de stromingen het culturele leven in Noorwegen rond 1850 beheersten. Voor de culturele elite was Peter Nicolai Arbo dan ook eerder een "laatkomer" toen hij met o.a. de "Wilde Jacht" van zijn "Åsgårdsreien" de Oud Noorse sagaschat ensceneerde als een natuurlijke, heroïsche Noorse levenservaring met veel pathos. Dit verminderde echter niet zijn populariteit, en vandaag maken veel van zijn schilderijen deel uit van de grote collectie van het "Nasjonalmuseet for kunst, arkitektur og design", het Noorse Nationale Museum in Oslo.
Kunstcritici hadden ook niet voorzien dat het werk van Peter Nicolai Arbo meer dan een eeuw later opnieuw een prominente rol zou spelen: "De Wilde Jacht", de Noordse godenstorm die als een wilde horde door de lucht jaagt, werd een populair thema in de muziek met de opkomst van folk en vooral metal in de jaren tachtig. En ook hier speelde de "Åsgårdsreien" van Peter Nicolai Arbo een prominente rol: in 1988 maakte de Zweedse metalband Bathory er de hoesafbeelding van het album "Blood Fire Death" van, een sleutelalbum voor de ontwikkeling van Pagan en Black Metal en een van de vroegste voorbeelden van de thematisering van niet alleen de "Wilde Jacht" uit de Noord-Europese sagenwereld. In de laatste jaren van zijn leven woonde Peter Nicolai Arbo in Christiana - een stad die zijn huidige naam pas ruim na de onafhankelijkheid van Noorwegen (1905) in 1924 kreeg: Oslo.
Een ijzige donkere winterstorm buldert over het land en met hem aan de hemel een onhandelbare sombere mythologische horde ruiters, vroeger gewapend met pijl en boog of dolken, op weg die vrouwen aan hun haren meesleuren. Toen Peter Nicolai Arbo's "Åsgårdsreien" ("Odin's Wilde Jacht") in 1872 in Kopenhagen werd getoond, behoorde het schilderij, net als Arbo zelf, niet bepaald tot de avant-garde en de kunstcritici waren niet echt verrukt. En toch werd het kunstwerk beroemd.
Noorwegen als onafhankelijke staat bestond nog niet eens toen Peter Nicolai Arbo (1831 - 1892) leefde. Na eeuwenlang tot Denemarken te hebben behoord, had de Deense koning het land in 1814 aan Zweden afgestaan, een zeer impopulaire zet in de Noorse delen van het land. Arbo, die aan de Kunstacademie van Düsseldorf studeerde en lange tijd in Parijs woonde, beeldde vaak scènes uit de zogenaamde Noords-Germaanse mythologie af en raakte met zijn schilderijen de tijdgeest. Net als de schilderijen van Noorse landschappen en "typisch Noorse" scènes (genreschilderkunst), speelde de weergave en verheerlijking van heidense, Noord-Europese mythologie in de 19e eeuw een belangrijke rol bij het creëren van een duidelijk Noors nationaal gevoel - overigens net als de ontwikkeling van een aparte taal, want Noors bestond toen nog niet als taal en werd pas in de loop van de 19e eeuw gecreëerd door de nadruk op dialecten die typisch waren voor het land en de opname van oude Noorse teksten, waaronder oude Noorse saga's en sprookjes. De idealisering van het legendarische verleden en het zoeken naar en ontwikkelen van een identiteitsvormende gemeenschap - de natie - waren typerend voor de "Noorse nationale romantiek", waarvan de stromingen het culturele leven in Noorwegen rond 1850 beheersten. Voor de culturele elite was Peter Nicolai Arbo dan ook eerder een "laatkomer" toen hij met o.a. de "Wilde Jacht" van zijn "Åsgårdsreien" de Oud Noorse sagaschat ensceneerde als een natuurlijke, heroïsche Noorse levenservaring met veel pathos. Dit verminderde echter niet zijn populariteit, en vandaag maken veel van zijn schilderijen deel uit van de grote collectie van het "Nasjonalmuseet for kunst, arkitektur og design", het Noorse Nationale Museum in Oslo.
Kunstcritici hadden ook niet voorzien dat het werk van Peter Nicolai Arbo meer dan een eeuw later opnieuw een prominente rol zou spelen: "De Wilde Jacht", de Noordse godenstorm die als een wilde horde door de lucht jaagt, werd een populair thema in de muziek met de opkomst van folk en vooral metal in de jaren tachtig. En ook hier speelde de "Åsgårdsreien" van Peter Nicolai Arbo een prominente rol: in 1988 maakte de Zweedse metalband Bathory er de hoesafbeelding van het album "Blood Fire Death" van, een sleutelalbum voor de ontwikkeling van Pagan en Black Metal en een van de vroegste voorbeelden van de thematisering van niet alleen de "Wilde Jacht" uit de Noord-Europese sagenwereld. In de laatste jaren van zijn leven woonde Peter Nicolai Arbo in Christiana - een stad die zijn huidige naam pas ruim na de onafhankelijkheid van Noorwegen (1905) in 1924 kreeg: Oslo.
Pagina 1 / 1