Al in zijn jonge jaren voelde de in Londen geboren Richard Redgrave, geboren aan het begin van de 19e eeuw, het verlangen om kunstenaar te worden. In die tijd was hij werkzaam in de draadomheiningfabriek van zijn vader, waar hij sympathie ontwikkelde voor de armen en onderdrukten van de arbeidersklasse. Redgrave zou zijn artistieke droom pas op 22-jarige leeftijd kunnen verwezenlijken, toen hij werd aangenomen op de gerenommeerde London Royal Academy of Arts.
Terwijl hij in het begin van zijn carrière vooral anekdotische taferelen uit de Engelse literatuur schilderde, raakte hij later steeds meer geïnteresseerd in motieven uit het hedendaagse leven van de sociaal achtergestelde klassen. Hij wilde de schilderkunst gebruiken om de aandacht te vestigen op de uitdagingen en het lijden van de zwakste leden van de samenleving. Tot zijn meest populaire motieven behoren dan ook portretten van arme, werkende vrouwen, zoals het schilderij "De Sempstress", dat inzicht geeft in de realiteit van het leven van een jonge naaister. Dit en andere werken van Redgrave zijn tentoongesteld in de Royal Academy, British Institution en de Society of British Artists, waardoor hij beter bekend is geworden als schilder. Aan het einde van zijn artistieke carrière verliet Redgrave echter de genreschilderkunst en richtte hij zich op de landschapsschilderkunst. Zijn sfeervolle landschappen werden stilistisch geassocieerd met de schilderijen van de prerafaëlieten en de vertegenwoordigers van de Romantiek. Ondertussen was Richard Redgrave niet alleen actief als schilder, maar werkte hij ook op het gebied van de kunstnijverheid. De vazen, kruiken en andere alledaagse voorwerpen die hij tijdens zijn creatieve periode als ontwerper maakte, getuigen van zijn rijkdom aan ideeën en vormen. Vanwege zijn bestuurlijke talent werd hem ook de leiding toevertrouwd van de Government School of Design, waar hij ook als docent werkte. Daar werd hij een van de beroemdste hervormers van het kunstonderwijs in Engeland. Redgrave organiseerde ook het optreden van de Engelse kunstafdeling op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1855 en de Londense Wereldtentoonstelling in 1866, waar zijn reputatie de weg vrijmaakte voor zijn benoeming tot hoofd van de Queen Victoria Art Collection. Hij nam echter na enkele jaren ontslag toen hij samen met zijn broer, Samuel Redgrave, het kunsthistorische werk "A Century of British Painters" schreef. De broers en zussen kenden veel van de in het boek beschreven artistieke persoonlijkheden persoonlijk en daarom is het boek een belangrijke bron voor onderzoek naar Engelse kunstenaars uit de 18e en 19e eeuw.
In het laatste deel van zijn leven verloor Redgrave steeds meer zijn gezichtsvermogen en stierf in 1888 als gevolg van zijn ouderdom. In de beleving van zijn tijdgenoten bleef hij echter een multitalent die zijn staat grote diensten bewijst.
Al in zijn jonge jaren voelde de in Londen geboren Richard Redgrave, geboren aan het begin van de 19e eeuw, het verlangen om kunstenaar te worden. In die tijd was hij werkzaam in de draadomheiningfabriek van zijn vader, waar hij sympathie ontwikkelde voor de armen en onderdrukten van de arbeidersklasse. Redgrave zou zijn artistieke droom pas op 22-jarige leeftijd kunnen verwezenlijken, toen hij werd aangenomen op de gerenommeerde London Royal Academy of Arts.
Terwijl hij in het begin van zijn carrière vooral anekdotische taferelen uit de Engelse literatuur schilderde, raakte hij later steeds meer geïnteresseerd in motieven uit het hedendaagse leven van de sociaal achtergestelde klassen. Hij wilde de schilderkunst gebruiken om de aandacht te vestigen op de uitdagingen en het lijden van de zwakste leden van de samenleving. Tot zijn meest populaire motieven behoren dan ook portretten van arme, werkende vrouwen, zoals het schilderij "De Sempstress", dat inzicht geeft in de realiteit van het leven van een jonge naaister. Dit en andere werken van Redgrave zijn tentoongesteld in de Royal Academy, British Institution en de Society of British Artists, waardoor hij beter bekend is geworden als schilder. Aan het einde van zijn artistieke carrière verliet Redgrave echter de genreschilderkunst en richtte hij zich op de landschapsschilderkunst. Zijn sfeervolle landschappen werden stilistisch geassocieerd met de schilderijen van de prerafaëlieten en de vertegenwoordigers van de Romantiek. Ondertussen was Richard Redgrave niet alleen actief als schilder, maar werkte hij ook op het gebied van de kunstnijverheid. De vazen, kruiken en andere alledaagse voorwerpen die hij tijdens zijn creatieve periode als ontwerper maakte, getuigen van zijn rijkdom aan ideeën en vormen. Vanwege zijn bestuurlijke talent werd hem ook de leiding toevertrouwd van de Government School of Design, waar hij ook als docent werkte. Daar werd hij een van de beroemdste hervormers van het kunstonderwijs in Engeland. Redgrave organiseerde ook het optreden van de Engelse kunstafdeling op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1855 en de Londense Wereldtentoonstelling in 1866, waar zijn reputatie de weg vrijmaakte voor zijn benoeming tot hoofd van de Queen Victoria Art Collection. Hij nam echter na enkele jaren ontslag toen hij samen met zijn broer, Samuel Redgrave, het kunsthistorische werk "A Century of British Painters" schreef. De broers en zussen kenden veel van de in het boek beschreven artistieke persoonlijkheden persoonlijk en daarom is het boek een belangrijke bron voor onderzoek naar Engelse kunstenaars uit de 18e en 19e eeuw.
In het laatste deel van zijn leven verloor Redgrave steeds meer zijn gezichtsvermogen en stierf in 1888 als gevolg van zijn ouderdom. In de beleving van zijn tijdgenoten bleef hij echter een multitalent die zijn staat grote diensten bewijst.
Pagina 1 / 1