De vader van Emanuel de Witte was een schoolmeester in Alkmaar. Hij gaf zijn zoon les en had hem graag in zijn voetsporen zien treden. Maar de jonge de Witte wou absoluut schilder worden en sloot zich daarom op 19-jarige leeftijd aan bij het Sint-Lucasgilde in Alkmaar. Het gilde bestond in bijna alle Nederlandse steden. De lokale schilders, beeldhouwers en ambachtslieden waren lid. Alleen op deze manier mochten ze leerlingen opleiden, reisleiders in dienst nemen en hun kunstvoorwerpen aan het publiek aanbieden en verkopen. Enkele jaren later verhuisde de schilder naar Delft, waar hij studeerde bij Evert van Aelst, een zeer bekende Nederlandse stillevenschilder. Hij woonde toen in Rotterdam en Amsterdam, waar hij in 1651 met Geerje Arents trouwde en vader werd van een dochter. Pas 4 jaar later stierf zijn vrouw en trouwde de Witte weer. Zijn tweede vrouw, Lysbeth van der Plas, werd korte tijd later betrapt op een diefstal en werd als straf uit de stad gezet. Ze leefde toen oneervol buiten de stadsmuren, waar ze vier jaar later stierf. Het incident heeft de maatschappelijke positie van de Witte ernstig geschaad en heeft ertoe geleid dat hij grotendeels verarmd is geraakt door rechtszaken.
Zijn artistieke capaciteiten werden echter niet aangetast en hij bleef onwrikbaar schilderen. Behalve met portretten hield Emanuel de Witte zich ook veel bezig met mythologische, historische en religieuze thema's. In de tweede helft van zijn leven werkte hij ook vaak in kerken. Zijn schilderijen van de interieurs van verschillende gebedshuizen behoren tot zijn bekendste werken, zoals het schilderij "Het interieur van de Portugese Synagoge van Amsterdam". Hij schilderde echter niet altijd volgens de werkelijkheid, maar volgens zijn gevoel voor schoonheid. Hij liet de interieurs van verschillende kerken samensmelten tot één beeld, schilderde er niet-bestaande kerkgangers in of liet ze weg. Ook zijn zeer beroemde schilderij "Palazzo in een Italiaanse stad" is een puur fantasiebeeld. Hij schilderde slechts zelden landschappen, straten en pleinen.
Als kunstenaar en in zijn schilderstijl maakte de Witte grote indruk, als persoon zou hij volgens de verhalen van zijn tijdgenoten nogal moeilijk zijn geweest. Dus hij zou nogal cholerisch, ruzieachtig en een speler zijn geweest. Maar misschien waren het ook zijn privé-zorgen, veroorzaakt door de dood van twee vrouwen, de beschuldigingen en rechtszaken en de vernederingen die daarmee gepaard gingen, die hun stempel op hem drukten. Op 75-jarige leeftijd hing de kunstenaar zichzelf op aan een Amsterdamse grachtenbrug. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.
De vader van Emanuel de Witte was een schoolmeester in Alkmaar. Hij gaf zijn zoon les en had hem graag in zijn voetsporen zien treden. Maar de jonge de Witte wou absoluut schilder worden en sloot zich daarom op 19-jarige leeftijd aan bij het Sint-Lucasgilde in Alkmaar. Het gilde bestond in bijna alle Nederlandse steden. De lokale schilders, beeldhouwers en ambachtslieden waren lid. Alleen op deze manier mochten ze leerlingen opleiden, reisleiders in dienst nemen en hun kunstvoorwerpen aan het publiek aanbieden en verkopen. Enkele jaren later verhuisde de schilder naar Delft, waar hij studeerde bij Evert van Aelst, een zeer bekende Nederlandse stillevenschilder. Hij woonde toen in Rotterdam en Amsterdam, waar hij in 1651 met Geerje Arents trouwde en vader werd van een dochter. Pas 4 jaar later stierf zijn vrouw en trouwde de Witte weer. Zijn tweede vrouw, Lysbeth van der Plas, werd korte tijd later betrapt op een diefstal en werd als straf uit de stad gezet. Ze leefde toen oneervol buiten de stadsmuren, waar ze vier jaar later stierf. Het incident heeft de maatschappelijke positie van de Witte ernstig geschaad en heeft ertoe geleid dat hij grotendeels verarmd is geraakt door rechtszaken.
Zijn artistieke capaciteiten werden echter niet aangetast en hij bleef onwrikbaar schilderen. Behalve met portretten hield Emanuel de Witte zich ook veel bezig met mythologische, historische en religieuze thema's. In de tweede helft van zijn leven werkte hij ook vaak in kerken. Zijn schilderijen van de interieurs van verschillende gebedshuizen behoren tot zijn bekendste werken, zoals het schilderij "Het interieur van de Portugese Synagoge van Amsterdam". Hij schilderde echter niet altijd volgens de werkelijkheid, maar volgens zijn gevoel voor schoonheid. Hij liet de interieurs van verschillende kerken samensmelten tot één beeld, schilderde er niet-bestaande kerkgangers in of liet ze weg. Ook zijn zeer beroemde schilderij "Palazzo in een Italiaanse stad" is een puur fantasiebeeld. Hij schilderde slechts zelden landschappen, straten en pleinen.
Als kunstenaar en in zijn schilderstijl maakte de Witte grote indruk, als persoon zou hij volgens de verhalen van zijn tijdgenoten nogal moeilijk zijn geweest. Dus hij zou nogal cholerisch, ruzieachtig en een speler zijn geweest. Maar misschien waren het ook zijn privé-zorgen, veroorzaakt door de dood van twee vrouwen, de beschuldigingen en rechtszaken en de vernederingen die daarmee gepaard gingen, die hun stempel op hem drukten. Op 75-jarige leeftijd hing de kunstenaar zichzelf op aan een Amsterdamse grachtenbrug. Zijn lichaam werd pas weken later gevonden.
Pagina 1 / 1