Hoewel we niet precies weten wanneer (tussen 1585 en 1590) Frans Hals in Antwerpen werd geboren, weten we wel dat hij een van de grootste portretschilders van zijn tijd moet zijn geweest. Zelfs zijn tijdgenoten waren dol op de grote nauwkeurigheid en de zeer levendige karakterisering van zijn figuren. Reeds legendarisch tijdens zijn leven zijn vele straten in Nederland, België en Duitsland, evenals een EuroCity sneltrein, vandaag de dag nog steeds naar hem vernoemd.
Het religieuze conflict tussen Spanje en de Nederlanden bracht de familie van de lakenkoopman Franchoys Hals rond 1590 van Antwerpen naar Haarlem, waar Frans Hals vanaf 1603 het schildersvak leerde. Hoewel hij sinds 1610 lid was van het "Lukasgilde" - het schildersgilde van Haarlem - was en bleef Frans Hals zijn hele leven een arme stakker - hij moest bijvoorbeeld zijn eerste vrouw begraven in het graf van een pauper. Men werd in die tijd duidelijk niet rijk van schilderijen, bovendien had hij tien kinderen te voeden.
In plaats van zich bezig te houden met historische of landschapsschilderkunst, specialiseerde Frans Hals zich in de opdrachten van zijn tijd, in portretten. Hij schilderde alle portretten van het Haarlemse Schuttersgilde, de "stadsmilitie" in die oorlogstijd. Toen de portretten van het schuttersgilde uit de mode waren, schakelde Hals over op groepsfoto's, maar bleef beroemde tijdgenoten op doek vastleggen, zoals het beroemde portret van de Franse wiskundige en filosoof René Descartes of de schilder en kunstverzamelaar Jan van de Capelle. Zijn studies van onbekende "kleine mensen" zijn echter nog indrukwekkender voor de kijkers van vandaag: Hals schaamde zich niet te veel om zigeunervrouwen of zelfs alcoholisten te schilderen. Met hen kon hij ook zijn observatievermogen de vrije loop laten in plaats van ze diplomatiek te beteugelen.
Samen met Anthonis van Dyck en Peter Paul Rubens wordt Frans Hals gerekend tot de "Grote Drie" van die periode van de portretschilderkunst. Toen Hals in 1644 tot voorzitter van het Lukasgilde werd gekozen, waren Rubens en van Dyck kort daarvoor overleden.
Meer dan 200 schilderijen zijn duidelijk toe te schrijven aan Frans Hals, naast meer dan honderd andere waarvan het auteurschap niet zeker is - al was het maar omdat Frans Hals ook vijf van zijn zonen tot schilder heeft opgeleid. Het portret van René Descartes is natuurlijk net zo ongetwijfeld zijn werk als "The Officers' Banquet" en "The Rommelpot Player".
Hoewel we niet precies weten wanneer (tussen 1585 en 1590) Frans Hals in Antwerpen werd geboren, weten we wel dat hij een van de grootste portretschilders van zijn tijd moet zijn geweest. Zelfs zijn tijdgenoten waren dol op de grote nauwkeurigheid en de zeer levendige karakterisering van zijn figuren. Reeds legendarisch tijdens zijn leven zijn vele straten in Nederland, België en Duitsland, evenals een EuroCity sneltrein, vandaag de dag nog steeds naar hem vernoemd.
Het religieuze conflict tussen Spanje en de Nederlanden bracht de familie van de lakenkoopman Franchoys Hals rond 1590 van Antwerpen naar Haarlem, waar Frans Hals vanaf 1603 het schildersvak leerde. Hoewel hij sinds 1610 lid was van het "Lukasgilde" - het schildersgilde van Haarlem - was en bleef Frans Hals zijn hele leven een arme stakker - hij moest bijvoorbeeld zijn eerste vrouw begraven in het graf van een pauper. Men werd in die tijd duidelijk niet rijk van schilderijen, bovendien had hij tien kinderen te voeden.
In plaats van zich bezig te houden met historische of landschapsschilderkunst, specialiseerde Frans Hals zich in de opdrachten van zijn tijd, in portretten. Hij schilderde alle portretten van het Haarlemse Schuttersgilde, de "stadsmilitie" in die oorlogstijd. Toen de portretten van het schuttersgilde uit de mode waren, schakelde Hals over op groepsfoto's, maar bleef beroemde tijdgenoten op doek vastleggen, zoals het beroemde portret van de Franse wiskundige en filosoof René Descartes of de schilder en kunstverzamelaar Jan van de Capelle. Zijn studies van onbekende "kleine mensen" zijn echter nog indrukwekkender voor de kijkers van vandaag: Hals schaamde zich niet te veel om zigeunervrouwen of zelfs alcoholisten te schilderen. Met hen kon hij ook zijn observatievermogen de vrije loop laten in plaats van ze diplomatiek te beteugelen.
Samen met Anthonis van Dyck en Peter Paul Rubens wordt Frans Hals gerekend tot de "Grote Drie" van die periode van de portretschilderkunst. Toen Hals in 1644 tot voorzitter van het Lukasgilde werd gekozen, waren Rubens en van Dyck kort daarvoor overleden.
Meer dan 200 schilderijen zijn duidelijk toe te schrijven aan Frans Hals, naast meer dan honderd andere waarvan het auteurschap niet zeker is - al was het maar omdat Frans Hals ook vijf van zijn zonen tot schilder heeft opgeleid. Het portret van René Descartes is natuurlijk net zo ongetwijfeld zijn werk als "The Officers' Banquet" en "The Rommelpot Player".
Pagina 1 / 4