Meindert Hobbema was een Nederlandse landschapschilder die rebelleerde tegen de populistische stijl van genreschilders uit die tijd. De openluchtschilder schaarde zich daarmee in het rijtje van de bekende landgenoten en schilders Aelbert Cuyp, Jacob van Ruisdael en Salomon van Ruisdael. Hobbema wordt tegenwoordig vooral beschouwd als een belangrijke figuur in de Nederlandse barok. De eerste literaire vermelding van de nu zeer gewaardeerde kunstenaar is echter pas te vinden in een Nederlandse encyclopedie van 1751, hoewel hij in het midden van de 17e eeuw al een uitbundig oeuvre had. Hobbema's typische landschappen worden afgewisseld met heggen, vijvers en bossen. Een van zijn favoriete motieven is molens. Waarschijnlijk zijn veel van zijn werken ontstaan aan de Nederlands-Westfaalse grens en in de natuurlijke omgeving van het gebied van de Nederrijn.
Geboren als Meyndert Lubbertsz te Amsterdam in 1638, gebruikte hij om onbekende redenen vanaf 1660 de achternaam Hobbema. Rond die tijd voltooide hij zijn artistieke opleiding in zijn geboortestad in het atelier van de schilder Jacob van Ruisdael. De invloed van Ruisdael is vooral duidelijk in Hobbema's schilderijen van na 1660, want het vroegere werk kenmerkt zich door een veel lichter en meer ingetogen palet. Hobbema is zijn hele leven intiem bevriend geweest met zijn leermeester Ruisdael, die hij zelfs tot getuige op zijn huwelijk benoemde. Op 35-jarige leeftijd trouwde Hobbema met Eeltien Vinck. Hij profiteerde van deze verbintenis met een lucratieve professionele positie, aangezien Vinck het kindermeisje was geweest van een latere burgemeester van Amsterdam. Hobbema's professionele verplichtingen als administrateur van de Amsterdamse wijn- en olie-industrie zorgden er echter voor dat hij zijn werk als schilder verwaarloosde. Hoeveel werken werkelijk van zijn hand zijn, varieert van kunsthistoricus tot kunsthistoricus. Veel van de toeschrijvingen zijn slechts gissingen. Zowel de schilderstijl als de onderwerpen van de Hollander waren wijdverbreid. In de regel zouden 500 originelen die tot op heden bewaard zijn gebleven van de hand van Hobbema zelf kunnen zijn. Andere werken zouden kopieën kunnen zijn uit de late 19e eeuw, toen Hobberma's naturalistische stijl weer in zwang was. Het is ook waarschijnlijk dat Hobbema assistenten in dienst had in zijn atelier die individuele delen van de schilderijen schilderden onder zijn supervisie en voorgeproduceerde composities. Bovendien was het onder landschapsschilders in de 17e eeuw gebruikelijk om zogenaamde staffageschilders in te huren. Deze schilders waren als enigen verantwoordelijk voor het invoegen van kleine mensen in de landschapsschilderijen. Hobbema schijnt slechts een bescheiden invloed te hebben gehad op de kunstscène van zijn tijd. Toch behoren zijn schilderijen vandaag tot de beste van het Nederlandse laat-realisme. Arm en eenzaam (zijn vrouw en vijf kinderen stierven voor hem), werd Hobbema op 71-jarige leeftijd begraven in een armengraf in Amsterdam.
Meindert Hobbema was een Nederlandse landschapschilder die rebelleerde tegen de populistische stijl van genreschilders uit die tijd. De openluchtschilder schaarde zich daarmee in het rijtje van de bekende landgenoten en schilders Aelbert Cuyp, Jacob van Ruisdael en Salomon van Ruisdael. Hobbema wordt tegenwoordig vooral beschouwd als een belangrijke figuur in de Nederlandse barok. De eerste literaire vermelding van de nu zeer gewaardeerde kunstenaar is echter pas te vinden in een Nederlandse encyclopedie van 1751, hoewel hij in het midden van de 17e eeuw al een uitbundig oeuvre had. Hobbema's typische landschappen worden afgewisseld met heggen, vijvers en bossen. Een van zijn favoriete motieven is molens. Waarschijnlijk zijn veel van zijn werken ontstaan aan de Nederlands-Westfaalse grens en in de natuurlijke omgeving van het gebied van de Nederrijn.
Geboren als Meyndert Lubbertsz te Amsterdam in 1638, gebruikte hij om onbekende redenen vanaf 1660 de achternaam Hobbema. Rond die tijd voltooide hij zijn artistieke opleiding in zijn geboortestad in het atelier van de schilder Jacob van Ruisdael. De invloed van Ruisdael is vooral duidelijk in Hobbema's schilderijen van na 1660, want het vroegere werk kenmerkt zich door een veel lichter en meer ingetogen palet. Hobbema is zijn hele leven intiem bevriend geweest met zijn leermeester Ruisdael, die hij zelfs tot getuige op zijn huwelijk benoemde. Op 35-jarige leeftijd trouwde Hobbema met Eeltien Vinck. Hij profiteerde van deze verbintenis met een lucratieve professionele positie, aangezien Vinck het kindermeisje was geweest van een latere burgemeester van Amsterdam. Hobbema's professionele verplichtingen als administrateur van de Amsterdamse wijn- en olie-industrie zorgden er echter voor dat hij zijn werk als schilder verwaarloosde. Hoeveel werken werkelijk van zijn hand zijn, varieert van kunsthistoricus tot kunsthistoricus. Veel van de toeschrijvingen zijn slechts gissingen. Zowel de schilderstijl als de onderwerpen van de Hollander waren wijdverbreid. In de regel zouden 500 originelen die tot op heden bewaard zijn gebleven van de hand van Hobbema zelf kunnen zijn. Andere werken zouden kopieën kunnen zijn uit de late 19e eeuw, toen Hobberma's naturalistische stijl weer in zwang was. Het is ook waarschijnlijk dat Hobbema assistenten in dienst had in zijn atelier die individuele delen van de schilderijen schilderden onder zijn supervisie en voorgeproduceerde composities. Bovendien was het onder landschapsschilders in de 17e eeuw gebruikelijk om zogenaamde staffageschilders in te huren. Deze schilders waren als enigen verantwoordelijk voor het invoegen van kleine mensen in de landschapsschilderijen. Hobbema schijnt slechts een bescheiden invloed te hebben gehad op de kunstscène van zijn tijd. Toch behoren zijn schilderijen vandaag tot de beste van het Nederlandse laat-realisme. Arm en eenzaam (zijn vrouw en vijf kinderen stierven voor hem), werd Hobbema op 71-jarige leeftijd begraven in een armengraf in Amsterdam.
Pagina 1 / 1