Gillis de Hondecoeter was een geboren Nederlandse schilder. Het talent en de liefde voor de schilderkunst zouden het leven van de familie generaties lang bepalen. Zijn zonen volgden met indrukwekkend succes. Zijn kleinzoon Melchior perfectioneerde zijn talent en concentreerde zich op het schilderen van dieren. Melchior de Hondecoeter werd waarschijnlijk de beroemdste dierenschilder van Europa in de 17e eeuw. Het meest populaire motief van de schilder was vogels. Melchior voelde zich aangetrokken tot Amsterdam, een stad die door de Gouden Eeuw welvarend was geworden en gekenmerkt werd door een uitgesproken liberalisme. In zijn nieuwe omgeving wijdde Melchior zich volledig aan het schilderen van stillevens met dieren en jachtmotieven. Hij nam de compositie van het schilderij over van zijn model Frans Snyder en begon de vogels in het midden van het schilderij te plaatsen. Geen enkele andere kunstenaar had de vaardigheid om de veren van de dieren zo gedetailleerd en levendig weer te geven. Melchior de Hondecoeter trok al snel de aandacht van zijn collega-kunstenaars en rijke mecenassen.
Melchior plaatste de afbeelding van gevederde dieren in de context van barokke tuinen en jachtvelden. Een bijzonderheid die de kunstenaar de bijnaam "Rafaël van de dieren" opleverde. Het verband met barokke pracht en rijkdom is terug te voeren op tamelijk alledaagse omstandigheden. Kunstwetenschappers zijn ervan overtuigd dat de schilder de dieren echt heeft gezien. De bewegingen, de anatomie en het verenkleed van de vogels zijn veel te authentiek. Terwijl zijn grootvader en ook zijn vader waarschijnlijk met een kleine galg werkten, observeerde Melchior waarschijnlijk de dieren. Hoofse veeteelt werd steeds populairder onder aristocratische en rijke tijdgenoten. De zeevaart opende een wereld voor het exotische en terwijl planten werden verzameld in botanische tuinen, leefden dieren aan het hof in menagerieën. Zeldzame dieren konden worden waargenomen in de koninklijke menagerieën. Geleerden vermoeden dat Melchior via zijn opdrachtgevers toegang had tot deze vaak particuliere veehouderijen.
De rijke samenleving omringde zich graag met dieren. Naast papegaaien waren dat ook renpaarden en jachthonden, die geen ondergedoken bestaan mochten leiden. De dieren werden geschilderd en gepresenteerd. Hoe rijker de opdrachtgever, hoe groter de vaardigheid van de kunstenaar moest zijn. Hondecoeters talent was waarschijnlijk voldoende om de deuren van de edelste huizen te openen. De kunstenaar beeldde de dieren zelden af als stilstaande beelden. Vechtende vogels en spitse scènes verlevendigen de werken met een zekere dramaturgie. Kruisende objecten aan de randen van het beeld wekken de indruk van een momentopname. Melchior combineert vaak lokale fauna met onbekende fauna. Parken, landschappen en architectuur worden stafmateriaal voor de eigenlijke protagonisten, de vogels.
Gillis de Hondecoeter was een geboren Nederlandse schilder. Het talent en de liefde voor de schilderkunst zouden het leven van de familie generaties lang bepalen. Zijn zonen volgden met indrukwekkend succes. Zijn kleinzoon Melchior perfectioneerde zijn talent en concentreerde zich op het schilderen van dieren. Melchior de Hondecoeter werd waarschijnlijk de beroemdste dierenschilder van Europa in de 17e eeuw. Het meest populaire motief van de schilder was vogels. Melchior voelde zich aangetrokken tot Amsterdam, een stad die door de Gouden Eeuw welvarend was geworden en gekenmerkt werd door een uitgesproken liberalisme. In zijn nieuwe omgeving wijdde Melchior zich volledig aan het schilderen van stillevens met dieren en jachtmotieven. Hij nam de compositie van het schilderij over van zijn model Frans Snyder en begon de vogels in het midden van het schilderij te plaatsen. Geen enkele andere kunstenaar had de vaardigheid om de veren van de dieren zo gedetailleerd en levendig weer te geven. Melchior de Hondecoeter trok al snel de aandacht van zijn collega-kunstenaars en rijke mecenassen.
Melchior plaatste de afbeelding van gevederde dieren in de context van barokke tuinen en jachtvelden. Een bijzonderheid die de kunstenaar de bijnaam "Rafaël van de dieren" opleverde. Het verband met barokke pracht en rijkdom is terug te voeren op tamelijk alledaagse omstandigheden. Kunstwetenschappers zijn ervan overtuigd dat de schilder de dieren echt heeft gezien. De bewegingen, de anatomie en het verenkleed van de vogels zijn veel te authentiek. Terwijl zijn grootvader en ook zijn vader waarschijnlijk met een kleine galg werkten, observeerde Melchior waarschijnlijk de dieren. Hoofse veeteelt werd steeds populairder onder aristocratische en rijke tijdgenoten. De zeevaart opende een wereld voor het exotische en terwijl planten werden verzameld in botanische tuinen, leefden dieren aan het hof in menagerieën. Zeldzame dieren konden worden waargenomen in de koninklijke menagerieën. Geleerden vermoeden dat Melchior via zijn opdrachtgevers toegang had tot deze vaak particuliere veehouderijen.
De rijke samenleving omringde zich graag met dieren. Naast papegaaien waren dat ook renpaarden en jachthonden, die geen ondergedoken bestaan mochten leiden. De dieren werden geschilderd en gepresenteerd. Hoe rijker de opdrachtgever, hoe groter de vaardigheid van de kunstenaar moest zijn. Hondecoeters talent was waarschijnlijk voldoende om de deuren van de edelste huizen te openen. De kunstenaar beeldde de dieren zelden af als stilstaande beelden. Vechtende vogels en spitse scènes verlevendigen de werken met een zekere dramaturgie. Kruisende objecten aan de randen van het beeld wekken de indruk van een momentopname. Melchior combineert vaak lokale fauna met onbekende fauna. Parken, landschappen en architectuur worden stafmateriaal voor de eigenlijke protagonisten, de vogels.
Pagina 1 / 1