Nicolas de Largillière, geboren in Parijs op 20 oktober 1656 en overleden daar op 20 maart 1746, was een meester van de rococo-periode en een van de bepalende figuren in de 17e en 18e eeuwse kunstscène in Frankrijk. Samen met Hyacinthe Francois Rigaud domineerde hij de portretkunst van zijn tijd en creëerde hij een rijk oeuvre dat vandaag de dag nog steeds wordt gereproduceerd in kunstdrukken en kunstliefhebbers wereldwijd fascineert.
Largillière kreeg zijn artistieke opleiding in Nederland en Engeland, twee regio's die een beslissende rol speelden in zijn artistieke ontwikkeling. In Nederland ontdekte hij het werk van de meesters Peter Paul Rubens en Anthony van Dyck, wier indrukwekkende composities en levendige kleurenpalet een diepgaande invloed uitoefenden op zijn eigen stijl. In Engeland werkte Largillière als assistent van de beroemde schilder Peter Lely, een ervaring die hem waardevolle inzichten gaf in de professionele kunstwereld. Na zijn studie onder leiding van Alexander Goubau in Antwerpen trad Largillière in 1673 toe tot de Sint-Lucasgilde. Zijn carrière bracht hem vervolgens terug naar Londen, waar hij vier jaar woonde tot de katholiekenvervolgingen hem uiteindelijk dwongen Engeland te verlaten. Deze gedwongen verhuizing bracht Largillière terug naar Parijs, een stad die hij slechts kort verliet toen hij door James II van Engeland werd uitgenodigd om de koning en koningin te portretteren.
Largillière had een indrukwekkende carrière. In 1705 werd hij benoemd tot professor, in 1738 klom hij op tot directeur en in 1743 werd hij uiteindelijk kanselier van de prestigieuze Parijse Academie. Hij liet een indrukwekkend aantal portretten na, voornamelijk van particulieren. Deze werken worden gekenmerkt door hun levendige, soms gemaniëreerde weergave, hun bloemrijke kleuren en hun geestige behandeling. Tegenwoordig zijn ze vaak het onderwerp van kunstdrukken die hun schoonheid en verfijning bij een breder publiek introduceren.
Largillière concentreerde zich voornamelijk op portretten, historiestukken en stillevens. Hij portretteerde bijna uitsluitend leden van het hof en de hogere middenklasse. Deze focus op de hogere klassen gaf zijn werken een bijzondere glamour en een unieke elegantie die vandaag de dag nog steeds in kunstdrukken zijn vastgelegd en kunstliefhebbers over de hele wereld in vervoering brengen. Ondanks het verstrijken van meer dan twee eeuwen sinds zijn dood, blijft Largillière een centrale figuur in de geschiedenis van de Franse kunst en blijven zijn werken een essentieel onderdeel van het mondiale artistieke landschap.
Nicolas de Largillière, geboren in Parijs op 20 oktober 1656 en overleden daar op 20 maart 1746, was een meester van de rococo-periode en een van de bepalende figuren in de 17e en 18e eeuwse kunstscène in Frankrijk. Samen met Hyacinthe Francois Rigaud domineerde hij de portretkunst van zijn tijd en creëerde hij een rijk oeuvre dat vandaag de dag nog steeds wordt gereproduceerd in kunstdrukken en kunstliefhebbers wereldwijd fascineert.
Largillière kreeg zijn artistieke opleiding in Nederland en Engeland, twee regio's die een beslissende rol speelden in zijn artistieke ontwikkeling. In Nederland ontdekte hij het werk van de meesters Peter Paul Rubens en Anthony van Dyck, wier indrukwekkende composities en levendige kleurenpalet een diepgaande invloed uitoefenden op zijn eigen stijl. In Engeland werkte Largillière als assistent van de beroemde schilder Peter Lely, een ervaring die hem waardevolle inzichten gaf in de professionele kunstwereld. Na zijn studie onder leiding van Alexander Goubau in Antwerpen trad Largillière in 1673 toe tot de Sint-Lucasgilde. Zijn carrière bracht hem vervolgens terug naar Londen, waar hij vier jaar woonde tot de katholiekenvervolgingen hem uiteindelijk dwongen Engeland te verlaten. Deze gedwongen verhuizing bracht Largillière terug naar Parijs, een stad die hij slechts kort verliet toen hij door James II van Engeland werd uitgenodigd om de koning en koningin te portretteren.
Largillière had een indrukwekkende carrière. In 1705 werd hij benoemd tot professor, in 1738 klom hij op tot directeur en in 1743 werd hij uiteindelijk kanselier van de prestigieuze Parijse Academie. Hij liet een indrukwekkend aantal portretten na, voornamelijk van particulieren. Deze werken worden gekenmerkt door hun levendige, soms gemaniëreerde weergave, hun bloemrijke kleuren en hun geestige behandeling. Tegenwoordig zijn ze vaak het onderwerp van kunstdrukken die hun schoonheid en verfijning bij een breder publiek introduceren.
Largillière concentreerde zich voornamelijk op portretten, historiestukken en stillevens. Hij portretteerde bijna uitsluitend leden van het hof en de hogere middenklasse. Deze focus op de hogere klassen gaf zijn werken een bijzondere glamour en een unieke elegantie die vandaag de dag nog steeds in kunstdrukken zijn vastgelegd en kunstliefhebbers over de hele wereld in vervoering brengen. Ondanks het verstrijken van meer dan twee eeuwen sinds zijn dood, blijft Largillière een centrale figuur in de geschiedenis van de Franse kunst en blijven zijn werken een essentieel onderdeel van het mondiale artistieke landschap.
Pagina 1 / 2