Peter Lely werd oorspronkelijk geboren als Pieter van der Faes in het Westfaalse Soest, dat destijds tot Nederland behoorde. Later gaf hij zichzelf de naam Lely als verwijzing naar de heraldische lelie die de gevel van het huis van zijn vader in Den Haag sierde. Lely studeerde eerst in Haarlem als student van Pieter de Grebber. Met de hulp van zijn leraar werd hij uiteindelijk in 1637 opgenomen in het Lukasgilde. Lely kwam waarschijnlijk rond 1643 naar Londen. Daar behandelde hij aanvankelijk mythologische en religieuze thema's en maakte hij ook enkele portretten. Zijn stijl is sterk beïnvloed door Anthony van Dyck en de Nederlandse Barok. Deze stijl was in die tijd erg populair in Engeland. Omdat van Dyck slechts enkele jaren eerder was overleden, kreeg Lely een goede kans en kon hij zich al snel als officieel portretschilder aan het hof vestigen. Ook na de executie van Karel I en de oprichting van een tijdelijke republiek kon Lely zijn status behouden.
Met de restauratie van de monarchie in 1660 werd Lely opnieuw benoemd tot officiële hofschilder. Deze keer diende hij onder Charles II, die hem een pensioen van 200 pond per jaar aanbood, hetzelfde bedrag dat van Dyck in die functie destijds ontving. Lely kreeg ook de Engelse nationaliteit. Hij had zoveel opdrachten als hofportrettist dat hij alleen de gezichten van zijn modellen zelf schilderde. Vervolgens liet hij de afwerking van de schilderijen over aan zijn studenten en assistenten. Op deze manier heeft Lely tijdens zijn carrière een aanzienlijk aantal schilderijen kunnen maken. Tot zijn belangrijkste studenten behoorden Nicolas de Largillière, John Greenhill en William Wessing. Tot Lely's meest opvallende portretten behoren de serie van 10 portretten van wachtende dames, nu bekend als "Windsor Beauties". Van de mythologische motieven valt vooral "Nimfen bij een fontein" op. Dit is vooral te wijten aan het feit dat Lely zelden dit soort schilderijen heeft gemaakt. Lely stierf tijdens het werken aan zijn ezel. Hij schilderde een portret van de hertogin van Somerset. Slechts een jaar eerder had koning Karel II hem tot ridder geslagen.
Lely was niet alleen een populaire en getalenteerde kunstenaar van zijn tijd. Hij was ook een groot kunstkenner en verzamelaar. Hij was vooral dol op de oude meesters zoals Veronese, Tizian, Rubens en Claude Lorrain. Hij had veel werken gekocht na de executie van Charles I, toen zijn kunstcollectie door het Gemenebest werd ontbonden. Lely heeft ook de mezzotint in Engeland klaargemaakt. Dit is een in Nederland ontwikkeld diepdrukproces. Hij wilde met dit drukproces de oplage van zijn eigen werken vergroten.
Peter Lely werd oorspronkelijk geboren als Pieter van der Faes in het Westfaalse Soest, dat destijds tot Nederland behoorde. Later gaf hij zichzelf de naam Lely als verwijzing naar de heraldische lelie die de gevel van het huis van zijn vader in Den Haag sierde. Lely studeerde eerst in Haarlem als student van Pieter de Grebber. Met de hulp van zijn leraar werd hij uiteindelijk in 1637 opgenomen in het Lukasgilde. Lely kwam waarschijnlijk rond 1643 naar Londen. Daar behandelde hij aanvankelijk mythologische en religieuze thema's en maakte hij ook enkele portretten. Zijn stijl is sterk beïnvloed door Anthony van Dyck en de Nederlandse Barok. Deze stijl was in die tijd erg populair in Engeland. Omdat van Dyck slechts enkele jaren eerder was overleden, kreeg Lely een goede kans en kon hij zich al snel als officieel portretschilder aan het hof vestigen. Ook na de executie van Karel I en de oprichting van een tijdelijke republiek kon Lely zijn status behouden.
Met de restauratie van de monarchie in 1660 werd Lely opnieuw benoemd tot officiële hofschilder. Deze keer diende hij onder Charles II, die hem een pensioen van 200 pond per jaar aanbood, hetzelfde bedrag dat van Dyck in die functie destijds ontving. Lely kreeg ook de Engelse nationaliteit. Hij had zoveel opdrachten als hofportrettist dat hij alleen de gezichten van zijn modellen zelf schilderde. Vervolgens liet hij de afwerking van de schilderijen over aan zijn studenten en assistenten. Op deze manier heeft Lely tijdens zijn carrière een aanzienlijk aantal schilderijen kunnen maken. Tot zijn belangrijkste studenten behoorden Nicolas de Largillière, John Greenhill en William Wessing. Tot Lely's meest opvallende portretten behoren de serie van 10 portretten van wachtende dames, nu bekend als "Windsor Beauties". Van de mythologische motieven valt vooral "Nimfen bij een fontein" op. Dit is vooral te wijten aan het feit dat Lely zelden dit soort schilderijen heeft gemaakt. Lely stierf tijdens het werken aan zijn ezel. Hij schilderde een portret van de hertogin van Somerset. Slechts een jaar eerder had koning Karel II hem tot ridder geslagen.
Lely was niet alleen een populaire en getalenteerde kunstenaar van zijn tijd. Hij was ook een groot kunstkenner en verzamelaar. Hij was vooral dol op de oude meesters zoals Veronese, Tizian, Rubens en Claude Lorrain. Hij had veel werken gekocht na de executie van Charles I, toen zijn kunstcollectie door het Gemenebest werd ontbonden. Lely heeft ook de mezzotint in Engeland klaargemaakt. Dit is een in Nederland ontwikkeld diepdrukproces. Hij wilde met dit drukproces de oplage van zijn eigen werken vergroten.
Pagina 1 / 4