De Franse schilder Théodore Chassériau is een van de beroemdste vertegenwoordigers van het romantische classicisme. Hij werd geboren in Saint-Dominigue in 1819 en stierf in 1856 in Parijs. Op elfjarige leeftijd studeerde Chassériau als jongen in het atelier van Jean Auguste Dominique Ingres in Parijs, een van de belangrijkste classicisten van zijn tijd. Later hebben twee andere kunstenaars echter invloed uitgeoefend op zijn Sil, Paul Delaroche - een historieschilder - en Eugene Delacroix, een pionier van het impressionisme. Chassériau was populair voor zijn portretten en historische taferelen, die invloed hadden op schilders als Puvis de Chavannes en Gustave Moreau. Zelfs Paul Gauguin en Henri Matisse hebben echo's van Chassériau's stijl, die op zijn beurt werd beïnvloed door Chavannes en Moreau. Hij wijdde zich ook aan onderwerpen als oriëntalisme, religieuze thema's en allegorische voorstellingen.
In 1834 verliet Chassériau Parijs en werd benoemd tot hoofd van de Franse Academie in Rome. Hier werd hij voor het eerst beïnvloed door Delacroix, van wie hij het kleurenspel overnam en combineerde met de classicistische stijl van Ingres. In 1836 werden zijn eerste werken tentoongesteld in de Parijse Salon, een tentoonstellingsruimte van de Académie des Beaux-Arts. Tijdens zijn verblijf in Italië had Chassériau de tijd en de muze om renaissancefresco's te bestuderen en landschapsschetsen te maken. Hier maakte hij schilderijen die beïnvloed zijn door Italiaanse pre-Rafaëlitische werken en renaissancevoorstellingen, zoals zijn Venus Anadyomene en zijn Andromeda. Ze verbeelden ideaal-typische mooie vrouwen die naakt werden getoond. In deze periode schilderde hij ook religieuze voorstellingen zoals Christus op de Olijfberg en de Kruisafneming. Ook oriëntalistische schilderijen maken deel uit van zijn oeuvre, waarvan "Ali-Ben-hamet, de Kalief van Constantijn en hoofd van de Haractas, gevolgd door zijn escorte" een van de bekendste is. Het werd tentoongesteld in de Salon in 1845. Een jaar later reisde hij voor het eerst naar Algerije, waar zijn werk "Joodse vrouwen op het balkon" ontstond. Op 37-jarige leeftijd, kort voor zijn dood, werkte hij nog aan verschillende muurschilderingen voor de kerken van Saint-Roch en Saint-Philippe-du-Roule, een werk dat veel van hem vroeg.
De Franse schilder Théodore Chassériau is een van de beroemdste vertegenwoordigers van het romantische classicisme. Hij werd geboren in Saint-Dominigue in 1819 en stierf in 1856 in Parijs. Op elfjarige leeftijd studeerde Chassériau als jongen in het atelier van Jean Auguste Dominique Ingres in Parijs, een van de belangrijkste classicisten van zijn tijd. Later hebben twee andere kunstenaars echter invloed uitgeoefend op zijn Sil, Paul Delaroche - een historieschilder - en Eugene Delacroix, een pionier van het impressionisme. Chassériau was populair voor zijn portretten en historische taferelen, die invloed hadden op schilders als Puvis de Chavannes en Gustave Moreau. Zelfs Paul Gauguin en Henri Matisse hebben echo's van Chassériau's stijl, die op zijn beurt werd beïnvloed door Chavannes en Moreau. Hij wijdde zich ook aan onderwerpen als oriëntalisme, religieuze thema's en allegorische voorstellingen.
In 1834 verliet Chassériau Parijs en werd benoemd tot hoofd van de Franse Academie in Rome. Hier werd hij voor het eerst beïnvloed door Delacroix, van wie hij het kleurenspel overnam en combineerde met de classicistische stijl van Ingres. In 1836 werden zijn eerste werken tentoongesteld in de Parijse Salon, een tentoonstellingsruimte van de Académie des Beaux-Arts. Tijdens zijn verblijf in Italië had Chassériau de tijd en de muze om renaissancefresco's te bestuderen en landschapsschetsen te maken. Hier maakte hij schilderijen die beïnvloed zijn door Italiaanse pre-Rafaëlitische werken en renaissancevoorstellingen, zoals zijn Venus Anadyomene en zijn Andromeda. Ze verbeelden ideaal-typische mooie vrouwen die naakt werden getoond. In deze periode schilderde hij ook religieuze voorstellingen zoals Christus op de Olijfberg en de Kruisafneming. Ook oriëntalistische schilderijen maken deel uit van zijn oeuvre, waarvan "Ali-Ben-hamet, de Kalief van Constantijn en hoofd van de Haractas, gevolgd door zijn escorte" een van de bekendste is. Het werd tentoongesteld in de Salon in 1845. Een jaar later reisde hij voor het eerst naar Algerije, waar zijn werk "Joodse vrouwen op het balkon" ontstond. Op 37-jarige leeftijd, kort voor zijn dood, werkte hij nog aan verschillende muurschilderingen voor de kerken van Saint-Roch en Saint-Philippe-du-Roule, een werk dat veel van hem vroeg.
Pagina 1 / 3