Luca Giordano was een Napolitaanse schilder met verschillende bijnamen en evenveel talenten. Zo werd hij tijdens zijn leven Luca Fa Presto genoemd, wat snel vertaald kon worden als Luca mach. Sommigen geloven dat het een zinspeling was op zijn snelheid van schilderen. Giordano zou minder dan twee dagen nodig hebben gehad voor een groot altaarstuk. Een andere theorie zegt dat Giordano's vader, die ook schilder was, zijn zoon al op jonge leeftijd kopieën liet maken van werken van andere kunstenaars. Om de zoon aan te sporen, zou hij Luca Mach schneller herhaaldelijk hebben gebeld. Een andere bijnaam van Giordano was Proteus. Hij kreeg deze naam omdat hij de stijl van bijna elke kunstenaar tot in de perfectie kon nabootsen. Zijn aanbod aan onderwerpen was dan ook enorm gevarieerd. Het grootste deel van zijn werk bestond echter uit fresco's en olieverfschilderijen met religieuze of mythologische motieven.
Rond 1650 ging Giordano in de leer bij Jusepe de Ribera, waarvan de stijl terug te vinden is in zijn vroege werken. Na Ribera's dood zocht Giordano nieuwe inspiratie, dus ging hij naar Rome en Venetië. Zijn latere werken tonen zowel Venetiaanse invloeden, zoals bekend van Paolo Veronese, als invloeden uit de Pietro da Cortonas Romeinse stijl. In de daaropvolgende jaren reisde Giordano herhaaldelijk tussen zijn woonplaats Napels, Venetië en accepteerde hij ook enkele commissies in Florence en andere Noord-Italiaanse gebieden. Rond 1692 ging Giordano naar Spanje op uitnodiging van koning Karel II, die hem later de titel Caballero toekende. In deze periode schilderde hij, naast diverse fresco's, veel schilderijen die vandaag de dag nog steeds te zien zijn in Spaanse musea zoals het Museo del Prado. Onder hen is het schilderij "Rubens schildert een allegorie van de vrede". Na de dood van de koning in 1702 keerde Giordano terug naar Napels en bracht daar de laatste jaren van zijn leven door.
Tijdens deze laatste jaren is de stijl van Napels Giordano aanzienlijk veranderd. Zijn schilderijen werden lichter, wat kunstcritici opvatten als een anticipatie op de rococostijl die volgde op de late barok. Deze werken beïnvloedden kunstenaars als Jean Honore Fragonard tot ver in de 18e eeuw. Onder zijn studenten waren Paolo di Matteis, Nicola Malinconico en Matteo Pacelli. Omdat Giordano tijdens zijn carrière veel heeft gereisd en zijn werk zo veelzijdig was, heeft hij niet alleen zijn eigen studenten beïnvloed, maar ook kunstenaars als Giovan Battista Langetti, Fillipo Gherardi, Pedro de Calabria, Juan Antonio Boujas en nog veel meer. Giordano was getrouwd en had minstens 10 kinderen. Zijn populariteit en zijn werklust hadden hem voldoende financiële middelen gegeven om zijn kinderen een goede opleiding te geven en zijn dochters een mooie bruidsschat.
Luca Giordano was een Napolitaanse schilder met verschillende bijnamen en evenveel talenten. Zo werd hij tijdens zijn leven Luca Fa Presto genoemd, wat snel vertaald kon worden als Luca mach. Sommigen geloven dat het een zinspeling was op zijn snelheid van schilderen. Giordano zou minder dan twee dagen nodig hebben gehad voor een groot altaarstuk. Een andere theorie zegt dat Giordano's vader, die ook schilder was, zijn zoon al op jonge leeftijd kopieën liet maken van werken van andere kunstenaars. Om de zoon aan te sporen, zou hij Luca Mach schneller herhaaldelijk hebben gebeld. Een andere bijnaam van Giordano was Proteus. Hij kreeg deze naam omdat hij de stijl van bijna elke kunstenaar tot in de perfectie kon nabootsen. Zijn aanbod aan onderwerpen was dan ook enorm gevarieerd. Het grootste deel van zijn werk bestond echter uit fresco's en olieverfschilderijen met religieuze of mythologische motieven.
Rond 1650 ging Giordano in de leer bij Jusepe de Ribera, waarvan de stijl terug te vinden is in zijn vroege werken. Na Ribera's dood zocht Giordano nieuwe inspiratie, dus ging hij naar Rome en Venetië. Zijn latere werken tonen zowel Venetiaanse invloeden, zoals bekend van Paolo Veronese, als invloeden uit de Pietro da Cortonas Romeinse stijl. In de daaropvolgende jaren reisde Giordano herhaaldelijk tussen zijn woonplaats Napels, Venetië en accepteerde hij ook enkele commissies in Florence en andere Noord-Italiaanse gebieden. Rond 1692 ging Giordano naar Spanje op uitnodiging van koning Karel II, die hem later de titel Caballero toekende. In deze periode schilderde hij, naast diverse fresco's, veel schilderijen die vandaag de dag nog steeds te zien zijn in Spaanse musea zoals het Museo del Prado. Onder hen is het schilderij "Rubens schildert een allegorie van de vrede". Na de dood van de koning in 1702 keerde Giordano terug naar Napels en bracht daar de laatste jaren van zijn leven door.
Tijdens deze laatste jaren is de stijl van Napels Giordano aanzienlijk veranderd. Zijn schilderijen werden lichter, wat kunstcritici opvatten als een anticipatie op de rococostijl die volgde op de late barok. Deze werken beïnvloedden kunstenaars als Jean Honore Fragonard tot ver in de 18e eeuw. Onder zijn studenten waren Paolo di Matteis, Nicola Malinconico en Matteo Pacelli. Omdat Giordano tijdens zijn carrière veel heeft gereisd en zijn werk zo veelzijdig was, heeft hij niet alleen zijn eigen studenten beïnvloed, maar ook kunstenaars als Giovan Battista Langetti, Fillipo Gherardi, Pedro de Calabria, Juan Antonio Boujas en nog veel meer. Giordano was getrouwd en had minstens 10 kinderen. Zijn populariteit en zijn werklust hadden hem voldoende financiële middelen gegeven om zijn kinderen een goede opleiding te geven en zijn dochters een mooie bruidsschat.
Pagina 1 / 4